Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- rot:
- Wiktionary:
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- rot:
- rotten:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor rot (Duits) in het Nederlands
rot:
Vertaal Matrix voor rot:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rood | rot |
Wiktionary: rot
rot
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rot | → rood; keel | ↔ gules — red (adj.) |
• rot | → rood | ↔ red — having red as its colour |
• rot | → ros; rosse | ↔ red — of hair: orange-brown |
• rot | → rood; blozend | ↔ rouge — De la couleur du sang, du coquelicot, de la fraise, etc., c’est-à-dire d’une couleur de longueur d’onde comprise entre 625 et 740 nm. — (couleur) (couleur) (couleur) (couleur) (couleur) |
• rot | → rood; blozen; kleuren | ↔ rougir — trans|fr rendre rouge ; peindre ou teindre en rouge. |
Rot:
Synoniemen voor "Rot":
Verwante vertalingen van rot
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rot (Nederlands) in het Duits
rot:
-
rot (vervelend; saai; ellendig; afgezaagd; langdraadig; langwijlig; lastig; melig)
schwerlich; lästig; sauer; schwierig; unangenehm; langweilig; mies; hinderlich; beschwerlich; öde; schwer; problematisch; unbequem; mühsam-
schwerlich bijvoeglijk naamwoord
-
lästig bijvoeglijk naamwoord
-
sauer bijvoeglijk naamwoord
-
schwierig bijvoeglijk naamwoord
-
unangenehm bijvoeglijk naamwoord
-
langweilig bijvoeglijk naamwoord
-
mies bijvoeglijk naamwoord
-
hinderlich bijvoeglijk naamwoord
-
beschwerlich bijvoeglijk naamwoord
-
öde bijvoeglijk naamwoord
-
schwer bijvoeglijk naamwoord
-
problematisch bijvoeglijk naamwoord
-
unbequem bijvoeglijk naamwoord
-
mühsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
rot (verrot; slecht; vergaan; bedorven; rottig)
Vertaal Matrix voor rot:
Verwante woorden van "rot":
Antoniemen van "rot":
Verwante definities voor "rot":
rotten:
Conjugations for rotten:
o.t.t.
- rot
- rot
- rot
- rotten
- rotten
- rotten
o.v.t.
- rotte
- rotte
- rotte
- rotten
- rotten
- rotten
v.t.t.
- ben gerot
- bent gerot
- is gerot
- zijn gerot
- zijn gerot
- zijn gerot
v.v.t.
- was gerot
- was gerot
- was gerot
- waren gerot
- waren gerot
- waren gerot
o.t.t.t.
- zal rotten
- zult rotten
- zal rotten
- zullen rotten
- zullen rotten
- zullen rotten
o.v.t.t.
- zou rotten
- zou rotten
- zou rotten
- zouden rotten
- zouden rotten
- zouden rotten
en verder
- heeft gerot
- hebben gerot
diversen
- rot!
- rot!
- gerot
- rottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rotten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abfaulen | bederven; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten | afrotten |
ausfaulen | ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten | |
faulen | bederven; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten | in staat van ontbinding zijn; liggen rotten |
verfaulen | bederven; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten | |
wegfaulen | bederven; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten |