Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- resultieren:
-
Wiktionary:
- resultieren → resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op
Duits
Uitgebreide vertaling voor resultieren (Duits) in het Nederlands
resultieren:
-
resultieren (zur Folge haben)
resulteren; uitmonden; tot gevolg hebben; resultaat-
tot gevolg hebben werkwoord (heb tot gevolg, hebt tot gevolg, had tot gevolg, hadden tot gevolg, tot gevolg gehad)
-
resultaat werkwoord
Vertaal Matrix voor resultieren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
resultaat | Ausschlag; Effekt; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Resultat; Wirkung | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
resultaat | resultieren; zur Folge haben | |
resulteren | resultieren; zur Folge haben | auslaufen; auswirken; erfolgen; erstehen; fließen; folgen; folgern; führen; gipfeln; hervorgehen; kulminieren; münden; sichergeben; zur Folge haben |
tot gevolg hebben | resultieren; zur Folge haben | |
uitmonden | resultieren; zur Folge haben | ausfließen in; münden |
Synoniemen voor "resultieren":
Wiktionary: resultieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• resultieren | → resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien; belenden; grenzen aan; besturen; brengen; leiden; geleiden; voeren; uitgaan; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot; leiden tot; uitdraaien op; uitlopen op | ↔ aboutir — toucher par un bout. |
• resultieren | → resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien | ↔ résulter — S’ensuivre. — note Il s’emploie pour marquer les inductions, les conséquences qu’on tirer d’un discours, d’un raisonnement, d’un examen, d’une recherche, etc. |