Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. heraus:
    • Wiktionary:
      heraus → eruit, buiten, uit, weg
    • Gebruikers suggesties voor heraus:
      eruit
    • Synoniemen voor "heraus":
      hervor


Duits

Uitgebreide vertaling voor heraus (Duits) in het Nederlands

heraus: (*Woord en zin splitter gebruikt)

heraus:


Synoniemen voor "heraus":

  • hervor

Wiktionary: heraus

heraus
  1. von innen nach außen
  2. übertragen: außerhalb des Hauses

Cross Translation:
FromToVia
heraus uit; weg out — away from expected or default place
heraus buiten out — away from the inside or the centre

Verwante vertalingen van heraus