Duits
Uitgebreide vertaling voor beschweren (Duits) in het Nederlands
beschweren:
-
beschweren (sich beschweren; reklamieren; beauftragen; klagen; beanstanden)
bezwaren; bezwaar maken; bezwaar aantekenen-
bezwaar maken werkwoord (maak bezwaar, maakt bezwaar, maakte bezwaar, maakten bezwaar, bezwaar gemaakt)
-
bezwaar aantekenen werkwoord (teken bezwaar aan, tekent bezwaar aan, tekende bezwaar aan, tekenden bezwaar aan, bezwaar aangetekend)
-
beschweren (Schwerer machen; erschweren; belasten; verstärken; beladen; schwerer machen)
bezwaren; zwaarder maken; verzwaren; gewicht toevoegen-
zwaarder maken werkwoord
-
gewicht toevoegen werkwoord
Conjugations for beschweren:
Präsens
- beschwere
- beschwerst
- beschwert
- beschweren
- beschwert
- beschweren
Imperfekt
- beschwerte
- beschwertest
- beschwerte
- beschwerten
- beschwertet
- beschwerten
Perfekt
- habe beschwert
- hast beschwert
- hat beschwert
- haben beschwert
- habt beschwert
- haben beschwert
1. Konjunktiv [1]
- beschwere
- beschwerest
- beschwere
- beschweren
- beschweret
- beschweren
2. Konjunktiv
- beschwerte
- beschwertest
- beschwerte
- beschwerten
- beschwertet
- beschwerten
Futur 1
- werde beschweren
- wirst beschweren
- wird beschweren
- werden beschweren
- werdet beschweren
- werden beschweren
1. Konjunktiv [2]
- würde beschweren
- würdest beschweren
- würde beschweren
- würden beschweren
- würdet beschweren
- würden beschweren
Diverses
- beschwer!
- beschwert!
- beschweren Sie!
- beschwert
- beschwerend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor beschweren:
Synoniemen voor "beschweren":
Wiktionary: beschweren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beschweren | → klagen | ↔ complain — to express feelings of pain, dissatisfaction, or resentment |