Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: absuchen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: absuchen

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. absuchen:
  2. Absuchen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor absuchen (Duits) in het Nederlands

absuchen:

absuchen werkwoord (suche ab, suchst ab, sucht ab, suchte ab, suchtet ab, abgesucht)

  1. absuchen (abtasten)
    zoeken
    – proberen het of hem te vinden 1
    • zoeken werkwoord (zoek, zoekt, zocht, zochten, gezocht)
      • ik ben mijn armband kwijt, ik heb overal gezocht1
    zien te vinden; afzoeken
  2. absuchen (durchsuchen)
    doorzoeken
    • doorzoeken werkwoord (doorzoek, doorzoekt, doorzocht, doorzochten, doorzocht)

Conjugations for absuchen:

Präsens
  1. suche ab
  2. suchst ab
  3. sucht ab
  4. suchen ab
  5. sucht ab
  6. suchen ab
Imperfekt
  1. suchte ab
  2. suchtest ab
  3. suchte ab
  4. suchten ab
  5. suchtet ab
  6. suchten ab
Perfekt
  1. habe abgesucht
  2. hast abgesucht
  3. hat abgesucht
  4. haben abgesucht
  5. habt abgesucht
  6. haben abgesucht
1. Konjunktiv [1]
  1. suche ab
  2. suchest ab
  3. suche ab
  4. suchen ab
  5. suchet ab
  6. suchen ab
2. Konjunktiv
  1. suchte ab
  2. suchtest ab
  3. suchte ab
  4. suchten ab
  5. suchtet ab
  6. suchten ab
Futur 1
  1. werde absuchen
  2. wirst absuchen
  3. wird absuchen
  4. werden absuchen
  5. werdet absuchen
  6. werden absuchen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde absuchen
  2. würdest absuchen
  3. würde absuchen
  4. würden absuchen
  5. würdet absuchen
  6. würden absuchen
Diverses
  1. such ab!
  2. sucht ab!
  3. suchen Sie ab!
  5. abgesucht
  6. absuchend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor absuchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzoeken Absuchen; Abtasten; Patroulieren; gründliches Durchsuchen
zoeken Suchen; browsen; durchsuchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzoeken absuchen; abtasten
doorzoeken absuchen; durchsuchen
zien te vinden absuchen; abtasten
zoeken absuchen; abtasten Positionierung; suchen

Synoniemen voor "absuchen":

  • abklappern

Wiktionary: absuchen

Cross Translation:
FromToVia
• absuchen → afzoeken; doorzoeken; zoeken ↔ search — to look throughout (a place) for something

Absuchen:

Absuchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Absuchen (gründliches Durchsuchen; Abtasten)
    afzoeken; geheel doorzoeken; afstropen
  2. Absuchen (Patroulieren)
    patrouilleren; afzoeken

Vertaal Matrix voor Absuchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstropen Absuchen; Abtasten; gründliches Durchsuchen
afzoeken Absuchen; Abtasten; Patroulieren; gründliches Durchsuchen
geheel doorzoeken Absuchen; Abtasten; gründliches Durchsuchen
patrouilleren Absuchen; Patroulieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstropen abdecken; abhäuten; enthäuten; schinden
afzoeken absuchen; abtasten
patrouilleren auf Streifegehen; beaufsichtigen; bewachen; patrouillieren

Verwante vertalingen van absuchen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0421 seconde
Page rendered in 1.0 seconds