Opfer: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Opfer:
- opoffering; offer; lul; pineut; dupe; sigaar; gekwetste; geestelijk geraakte; slachtoffer
Wiktionary:
- Opfer → slachtoffer
- Opfer → slachtoffer, moord, prooi, offer, opoffering

Duits

Uitgebreide vertaling voor Opfer (Duits) in het Nederlands

Opfer (Aufopferung; Hingabe; Geschädigte; Opfertier)
de opoffering; het offer
- opoffering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- offer [het ~] zelfstandig naamwoord
Opfer (Dumme; Geschädigte; Düpierte)
de lul; de pineut; de dupe; de sigaar
- lul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- pineut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- dupe [de ~] zelfstandig naamwoord
- sigaar [de ~] zelfstandig naamwoord
Opfer (Verletzte; Verwundete)
de gekwetste; geestelijk geraakte
- gekwetste [de ~] zelfstandig naamwoord
- geestelijk geraakte [znw.] zelfstandig naamwoord
Opfer
het slachtoffer
- slachtoffer [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dupe	Dumme; Düpierte; Geschädigte; Opfer
geestelijk geraakte	Opfer; Verletzte; Verwundete
gekwetste	Opfer; Verletzte; Verwundete
lul	Dumme; Düpierte; Geschädigte; Opfer	Dreckskerl; Grobian; Halunke; Lump; Penis; Pimmel; Rute; Schuft; Schurke; Schwanz
offer	Aufopferung; Geschädigte; Hingabe; Opfer; Opfertier	Opfergabe
opoffering	Aufopferung; Geschädigte; Hingabe; Opfer; Opfertier
pineut	Dumme; Düpierte; Geschädigte; Opfer
sigaar	Dumme; Düpierte; Geschädigte; Opfer
slachtoffer	Opfer	Opfertier

Opfer

noun

iets of iemand die kwalijke gevolgen ondervindt van een gebeurtenis
- slachtoffer → Opfer; Beute

Cross Translation:

From	To	Via
• Opfer	→ slachtoffer	↔ casualty — person
• Opfer	→ moord; prooi	↔ kill — result of killing
• Opfer	→ offer; opoffering	↔ sacrifice — something sacrificed
• Opfer	→ slachtoffer	↔ victim — a living creature which is slain and offered as human or animal sacrifice
• Opfer	→ slachtoffer	↔ victim — anyone who is harmed by another
• Opfer	→ slachtoffer	↔ victim — an aggrieved or disadvantaged party in a crime
• Opfer	→ slachtoffer	↔ victim — a person who suffers any other injury, loss, or damage as a result of a voluntary undertaking
• Opfer	→ slachtoffer	↔ victim — an unfortunate person who suffers from a disaster or other adverse circumstance
• Opfer	→ slachtoffer	↔ victim — (Narratology) a character who is conquered or manipulated by a villain