Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Institut

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Institut

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Institut:
- instituut; dienst
Wiktionary:
- Institut → inrichting, instituut
- Institut → instituut

Duits

Uitgebreide vertaling voor Institut (Duits) in het Nederlands

Institut:

Institut [das ~] zelfstandig naamwoord

Institut (Dienststelle)
het instituut; de dienst
- instituut [het ~] zelfstandig naamwoord
- dienst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Institut:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dienst	Dienststelle; Institut	Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienst; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Dienstpflicht; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Gottesdienst; Gunst; Messe; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Wohlwollen; Zuvorkommendheit; Zuwendung
instituut	Dienststelle; Institut

Synoniemen voor "Institut":

Anstalt; Behörde; Einrichtung; Institution; Organisation; Unternehmen; Bündelung; Clusterung; Gruppierung

Wiktionary: Institut

Institut

noun

(umgangssprachlich) Gebäude, in dem sich ^[1] befindet
- Institut → inrichting
Einrichtung mit eigener Verfassung (Konstitution), meistens eine Anstalt, die wissenschaftlichen Arbeiten, der Forschung, der Erziehung oder Ähnlichem dient
- Institut → instituut

Cross Translation:

From	To	Via
• Institut	→ instituut	↔ institute — college
• Institut	→ instituut	↔ institut — (histoire) (religion) constitution d’un ordre religieux, règle de vie qui prescrire à cet ordre au temps de son établissement.