Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gärung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gärung (Duits) in het Nederlands

Gärung:

Gärung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gärung (Gärungsprozeß; Arbeit)
    de gisting
    • gisting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Gärung (Gärungsprozeß)
    rijpen; het rijpingsproces

Vertaal Matrix voor Gärung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gisting Arbeit; Gärung; Gärungsprozeß
rijpen Gärung; Gärungsprozeß
rijpingsproces Gärung; Gärungsprozeß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rijpen reifen

Wiktionary: Gärung

Gärung
noun
  1. Abbauprozesse organischer Verbindungen, der mit oder ohne Sauerstoffzufuhr ablaufen kann

Cross Translation:
FromToVia
Gärung gisting; fermentatie fermentation — anaerobic biochemical reaction