Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Dealer:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Dealer:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dealer (Duits) in het Nederlands

Dealer:


Synoniemen voor "Dealer":


Wiktionary: Dealer

Dealer
noun
  1. Drugshandelaar

Cross Translation:
FromToVia
Dealer dealer dealer — one who peddles illicit drugs, especially to teenagers



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Dealer (Nederlands) in het Duits

dealer:


Vertaal Matrix voor dealer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- handelaar

Verwante woorden van "dealer":

  • dealers

Synoniemen voor "dealer":


Verwante definities voor "dealer":

  1. wie iets koopt en weer verkoopt1
    • bij welke dealer heb je die auto gekocht?1

Wiktionary: dealer

dealer
noun
  1. Verkoper
  2. Drugshandelaar

Cross Translation:
FromToVia
dealer Dealer; Ticker; Drogenhändler dealer — one who peddles illicit drugs, especially to teenagers
dealer Händler dealer — one who deals things, especially automobiles
dealer Handelnder; Agens; Wirkstoff; wirkende Kraft; Häscher; Polizist; Schutzmann; Agent; Geschäftsbesorger; Handelsvertreter; Geschäftsvermittler; Bevollmächtigter agent — Celui, celle, ce qui agit.