Ballen: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

ballen:
- obsederen
Wiktionary:
- Ballen → baal
- Ballen → rol, pak, pakket, pakje
- ballen → samenballen, ballen, vastknijpen

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

ballen:
- Bälle; Kugeln; Hoden
- ballspielen
bal:
- Fußball; Ball; Knoten von Wolle
- Ball; Tanzfest; Party; Galaball; glanzvolle Fest; Gala; Hofball
Wiktionary:
- ballen → Mist, ballen
- bal → Ball, Kugel, Tanzball
- bal → Kugel, Ball, Ei, Hoden, Nuss, Fußball, Handfläche

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ballen (Duits) in het Nederlands

ballen:

ballen werkwoord (balle, ballst, ballt, ballte, balltet, geballt)

ballen (Abnormal intrigieren; grabbeln; backen; faszinieren; erfassen; fassen; erwischen; ausspielen; gehen; kriegen; greifen; verhaften; fangen; fesseln; packen; knutschen; ergreifen; erobern; kappen; festnehmen; eingreifen; einpacken; schmieden; hervorholen; erhaschen; intrigieren)
obsederen
- obsederen werkwoord (obsedeer, obsedeert, obsedeerde, obsedeerden, geobsedeerd)

Conjugations for ballen:

Präsens

balle
ballst
ballt
ballen
ballt
ballen

Imperfekt

ballte
balltest
ballte
ballten
balltet
ballten

Perfekt

habe geballt
hast geballt
hat geballt
haben geballt
habt geballt
haben geballt

1. Konjunktiv [1]

balle
ballest
balle
ballen
ballet
ballen

2. Konjunktiv

ballte
balltest
ballte
ballten
balltet
ballten

Futur 1

werde ballen
wirst ballen
wird ballen
werden ballen
werdet ballen
werden ballen

1. Konjunktiv [2]

würde ballen
würdest ballen
würde ballen
würden ballen
würdet ballen
würden ballen

Diverses

ball!
ballt!
ballen Sie!
geballt
ballend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ballen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
obsederen	Abnormal intrigieren; ausspielen; backen; ballen; eingreifen; einpacken; erfassen; ergreifen; erhaschen; erobern; erwischen; fangen; fassen; faszinieren; fesseln; festnehmen; gehen; grabbeln; greifen; hervorholen; intrigieren; kappen; knutschen; kriegen; packen; schmieden; verhaften

Synoniemen voor "ballen":

packen; umklammern; zusammenpressen

Wiktionary: ballen

Cross Translation:

From	To	Via
• ballen	→ samenballen; ballen; vastknijpen	↔ clench — to squeeze

Ballen:

Synoniemen voor "Ballen":

Bund; Bündel; Strauß

Wiktionary: Ballen

Ballen

noun

lose Ware, die zum Transport zusammengebunden wurde, meist mit einem bestimmten Gewicht oder Volumen
- Ballen → baal

Cross Translation:

From	To	Via
• Ballen	→ rol	↔ bolt — large roll of material
• Ballen	→ pak; pakket; pakje	↔ paquet — emballage, colis, regroupant plusieurs choses.

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Ballen (Nederlands) in het Duits

ballen:

ballen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de ballen (bollen)
die Bälle; die Kugeln
- Bälle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kugeln [die ~] zelfstandig naamwoord
de ballen (testikels; kloten)
die Hoden
- Hoden [die ~] zelfstandig naamwoord

ballen werkwoord (bal, balt, balde, balden, gebald)

ballen (bal spelen)
ballspielen
- ballspielen werkwoord

Conjugations for ballen:

o.t.t.

bal
balt
balt
ballen
ballen
ballen

o.v.t.

balde
balde
balde
balden
balden
balden

v.t.t.

heb gebald
hebt gebald
heeft gebald
hebben gebald
hebben gebald
hebben gebald

v.v.t.

had gebald
had gebald
had gebald
hadden gebald
hadden gebald
hadden gebald

o.t.t.t.

zal ballen
zult ballen
zal ballen
zullen ballen
zullen ballen
zullen ballen

o.v.t.t.

zou ballen
zou ballen
zou ballen
zouden ballen
zouden ballen
zouden ballen

diversen

bal!
balt!
gebald
ballende

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ballen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bälle	ballen; bollen	kogels
Hoden	ballen; kloten; testikels	zaadbal
Kugeln	ballen; bollen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ballspielen	bal spelen; ballen

Verwante woorden van "ballen":

bal

Wiktionary: ballen

Cross Translation:

From	To	Via
• ballen	→ Mist	↔ ball — in plural - mildly vulgar slang - nonsense
• ballen	→ ballen	↔ clench — to squeeze

bal:

bal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de bal (voetbal)

– rond voorwerp voor spel en sport ¹
die Fußball; die Ball
- Fußball [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ball [die ~] zelfstandig naamwoord
de bal (bol wol)
der Ball; der Knoten von Wolle
- Ball [der ~] zelfstandig naamwoord
- Knoten von Wolle [der ~] zelfstandig naamwoord

bal [het ~] zelfstandig naamwoord

het bal (dansfeest)
der Ball; Tanzfest; die Party
- Ball [der ~] zelfstandig naamwoord
- Tanzfest [das ~] zelfstandig naamwoord
- Party [die ~] zelfstandig naamwoord
het bal (galabal; gala)
der Galaball; glanzvolle Fest; die Gala; der Ball; der Hofball
- Galaball [der ~] zelfstandig naamwoord
- glanzvolle Fest [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gala [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ball [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hofball [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bal:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ball	bal; bol wol; dansfeest; gala; galabal; voetbal	kloot
Fußball	bal; voetbal	partij; voetbal; voetbalspel; voetbalwedstrijd
Gala	bal; gala; galabal	gala; groot bal; hofbal; hoffeest; staatsiekleding
Galaball	bal; gala; galabal
Hofball	bal; gala; galabal	gala; hofbal
Knoten von Wolle	bal; bol wol
Party	bal; dansfeest	ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; fuif; viering
Tanzfest	bal; dansfeest
glanzvolle Fest	bal; gala; galabal	gala; hofbal

Verwante woorden van "bal":

ballen, balen, bals

Synoniemen voor "bal":

testikel

Verwante definities voor "bal":

rond voorwerp voor spel en sport¹
- de kinderen speelden met een bal¹
wat bol en rond is¹
- wie wil er een bal gehakt?¹
lichaamsdeel vlakbij de penis van de man, waarin zaad gemaakt wordt¹
- hij kreeg een schop tegen zijn ballen¹

Wiktionary: bal

bal

noun

een object in de vorm van een bol dat gebruikt wordt bij balspelen
- bal → Ball; Kugel
een danspartij
- bal → Tanzball

Cross Translation:

From	To	Via
• bal	→ Kugel; Ball	↔ ball — object, generally spherical, used for playing games
• bal	→ Ei	↔ ball — testicle
• bal	→ Ball	↔ ball — dance: A formal dance
• bal	→ Ball	↔ ball — formal dance
• bal	→ Ei; Hoden	↔ bollock — (vulgar, slang) testicle
• bal	→ Ei; Nuss	↔ nut — slang: testicle
• bal	→ Ball	↔ bal — réunion, assemblée où l’on danser.
• bal	→ Ball	↔ balle — Objet sphérique.
• bal	→ Ball; Fußball	↔ ballon — grosse balle pour jouer
• bal	→ Handfläche	↔ paume — anatomie\|fr Face intérieure de la main, entre le poignet et les doigts.
• bal	→ Hoden	↔ testicule — glande génitale

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Ballen

Uitgebreide vertaling voor Ballen (Duits) in het Nederlands

ballen:

ballen werkwoord (balle, ballst, ballt, ballte, balltet, geballt)

ballen (Abnormal intrigieren; grabbeln; backen; faszinieren; erfassen; fassen; erwischen; ausspielen; gehen; kriegen; greifen; verhaften; fangen; fesseln; packen; knutschen; ergreifen; erobern; kappen; festnehmen; eingreifen; einpacken; schmieden; hervorholen; erhaschen; intrigieren)

Conjugations for ballen:

Präsens

Imperfekt

Perfekt

1. Konjunktiv [1]

2. Konjunktiv

Futur 1

1. Konjunktiv [2]

Diverses

Vertaal Matrix voor ballen:

Synoniemen voor "ballen":

Wiktionary: ballen

Ballen:

Synoniemen voor "Ballen":

Wiktionary: Ballen

Uitgebreide vertaling voor Ballen (Nederlands) in het Duits

ballen:

ballen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de ballen (bollen)

de ballen (testikels; kloten)

ballen werkwoord (bal, balt, balde, balden, gebald)

ballen (bal spelen)

Conjugations for ballen:

o.t.t.

o.v.t.

v.t.t.

v.v.t.

o.t.t.t.

o.v.t.t.

diversen

Vertaal Matrix voor ballen:

Verwante woorden van "ballen":

Wiktionary: ballen

bal:

bal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de bal (voetbal)

de bal (bol wol)

bal [het ~] zelfstandig naamwoord

het bal (dansfeest)

het bal (galabal; gala)

Vertaal Matrix voor bal:

Verwante woorden van "bal":

Synoniemen voor "bal":

Verwante definities voor "bal":

Wiktionary: bal