Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- vergleichen:
-
Wiktionary:
- vergleichen → vergelijken
- vergleichen → sorteren, vergelijken, exploreren, nagaan, onderzoeken, uitvissen, uitzoeken, vorsen, examineren, nakijken, nauwkeurig onderzoeken
Duits
Uitgebreide vertaling voor vergleichen (Duits) in het Nederlands
vergleichen:
-
vergleichen (konfrontieren; zusammenhalten)
vergelijken; compareren; tegenover elkaar stellen; bij elkaar houden-
compareren werkwoord
-
tegenover elkaar stellen werkwoord
-
bij elkaar houden werkwoord (houd bij elkaar, houdt bij elkaar, hield bij elkaar, hielden bij elkaar, bij elkaar gehouden)
-
vergleichen (Streit beilegen; einigen)
-
vergleichen (einen Streit beilegen)
een geschil bijleggen-
een geschil bijleggen werkwoord (leg een geschil bij, legt een geschil bij, legde een geschil bij, legden een geschil bij, een geschil bijgelegd)
-
-
vergleichen (mit einander vergleichen)
met elkaar vergelijken-
met elkaar vergelijken werkwoord
-
-
vergleichen
Conjugations for vergleichen:
Präsens
- vergleiche
- vergleichst
- vergleicht
- vergleichen
- vergleicht
- vergleichen
Imperfekt
- verglich
- verglichst
- verglich
- verglichen
- verglichen
- verglicht
Perfekt
- habe verglichen
- hast verglichen
- hat verglichen
- haben verglichen
- habt verglichen
- haben verglichen
1. Konjunktiv [1]
- vergleiche
- vergleichest
- vergleiche
- vergleichen
- vergleichet
- vergleichen
2. Konjunktiv
- vergliche
- verglichest
- vergliche
- verglichen
- verglichtet
- verglichen
Futur 1
- werde vergleichen
- wirst vergleichen
- wird vergleichen
- werden vergleichen
- werdet vergleichen
- werden vergleichen
1. Konjunktiv [2]
- würde vergleichen
- würdest vergleichen
- würde vergleichen
- würden vergleichen
- würdet vergleichen
- würden vergleichen
Diverses
- vergleich!
- vergleicht!
- vergleichen Sie!
- verglichen
- vergleichend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor vergleichen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
schikken | Anordnen; Anpassen; Arrangieren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bij elkaar houden | konfrontieren; vergleichen; zusammenhalten | zusammenhalten |
compareren | konfrontieren; vergleichen; zusammenhalten | |
een geschil bijleggen | einen Streit beilegen; vergleichen | |
met elkaar vergelijken | mit einander vergleichen; vergleichen | |
ruzie bijleggen | Streit beilegen; einigen; vergleichen | Streit beilegen; ausreden |
schikken | Streit beilegen; einigen; vergleichen | Maßregeln treffen; beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; gelegen kommen; konvenieren; passen; regeln; rundkommen; schlichten; versöhnen |
tegenover elkaar stellen | konfrontieren; vergleichen; zusammenhalten | auge zu auge stehen; gegenüber einander stellen; konfrontieren |
vergelijken | konfrontieren; vergleichen; zusammenhalten |
Synoniemen voor "vergleichen":
Wiktionary: vergleichen
vergleichen
Cross Translation:
verb
vergleichen
-
zwei oder mehrere Dinge auf Gemeinsamkeiten und Unterschiede prüfen
- vergleichen → vergelijken
verb
-
de overeenkomsten en verschillen van twee zaken in beschouwing nemen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vergleichen | → sorteren | ↔ collate — assemble something in a logical sequence |
• vergleichen | → vergelijken | ↔ compare — to assess the similarities between two things or between one thing and another |
• vergleichen | → vergelijken | ↔ liken — compare |
• vergleichen | → vergelijken | ↔ comparer — examiner les rapports de ressemblance et de différence entre une chose et une autre, entre une personne et une autre. |
• vergleichen | → exploreren; nagaan; onderzoeken; uitvissen; uitzoeken; vorsen; examineren; nakijken; nauwkeurig onderzoeken | ↔ examiner — observer avec attention, avec réflexion. |
Computer vertaling door derden: