Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- ringen:
- Ringen:
- Wiktionary:
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- ring:
-
Wiktionary:
- ring → Ring
Duits
Uitgebreide vertaling voor ringen (Duits) in het Nederlands
ringen:
Conjugations for ringen:
Präsens
- ringe
- ringst
- ringt
- ringen
- ringt
- ringen
Imperfekt
- ringte
- ringtest
- ringte
- ringten
- ringtet
- ringten
Perfekt
- habe geringt
- hast geringt
- hat geringt
- haben geringt
- habt geringt
- haben geringt
1. Konjunktiv [1]
- ringe
- ringest
- ringe
- ringen
- ringet
- ringen
2. Konjunktiv
- ringte
- ringtest
- ringte
- ringten
- ringtet
- ringten
Futur 1
- werde ringen
- wirst ringen
- wird ringen
- werden ringen
- werdet ringen
- werden ringen
1. Konjunktiv [2]
- würde ringen
- würdest ringen
- würde ringen
- würden ringen
- würdet ringen
- würden ringen
Diverses
- ring!
- ringt!
- ringen Sie!
- geringt
- ringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor ringen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
touwtrekken | Tauziehen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
met iemand worstelen | drehen; drücken; klemmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; schwingen; winden; wringen | |
touwtrekken | kämpfen; ringen; schwingen | |
worstelen | drehen; drücken; klemmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; schwingen; winden; wringen | |
zich wringen | drücken; kämpfen; ringen; winden; wringen |
Synoniemen voor "ringen":
Ringen:
-
Ringen
-
Ringen
-
Ringen (Kampf; Streit; Kämpfe; Gefecht; Meinungsverschiedenheit; Wettkampf; Zank; Schlacht; Konflikt; Auseinandersetzung; Krach; Schlägerei; Streitigkeit; Twist; Fehde; Ringkampf; Balgerei)
Vertaal Matrix voor Ringen:
Verwante vertalingen van ringen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ringen (Nederlands) in het Duits
ring:
-
de ring (soort sieraad)
-
de ring (stadionring)
der Stadionring
Vertaal Matrix voor ring:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Kettenring | ring; soort sieraad | cirkel; kring; rondje |
Ring | ring; soort sieraad | circus; cirkel; cirkelvorm; kralenkrans; krans; kransje; kring; kringel; kringvormig; rondje |
Schmuckstueck | ring; soort sieraad | |
Stadionring | ring; stadionring |
Verwante woorden van "ring":
Verwante definities voor "ring":
Wiktionary: ring
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ring | → Ring | ↔ collar — any encircling device or structure |
• ring | → Ring | ↔ ring — round piece of (precious) metal worn around the finger |
• ring | → Ring | ↔ ring — place where some sports take place |
• ring | → Ring | ↔ anneau — cercle fait d’une matière dure et qui sert à attacher quelque chose. |
• ring | → Ring | ↔ bague — Anneau |