Duits
Uitgebreide vertaling voor populär (Duits) in het Nederlands
populär:
-
populär (berühmt; gefeiert; beliebt; mit Loorbeeren geschmückt; gewollt; gepriesen; gerühmt; gerngesehen; namhaft; allbekannt)
-
populär (berühmt; allbekannt; renommiert; gerühmt; namhaft; gefeiert)
-
populär (geliebt; beliebt; gerngesehen)
lief; dierbaar; toegenegen; geliefd; bemind-
lief bijvoeglijk naamwoord
-
dierbaar bijvoeglijk naamwoord
-
toegenegen bijvoeglijk naamwoord
-
geliefd bijvoeglijk naamwoord
-
bemind bijvoeglijk naamwoord
-
-
populär (beliebt; gesucht; gewünscht; gewollt; gerngesehen; gefragt; geliebt)
gezocht; gewild; veelgevraagd; begeerd-
gezocht bijvoeglijk naamwoord
-
gewild bijvoeglijk naamwoord
-
veelgevraagd bijvoeglijk naamwoord
-
begeerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
populär (gefragt; gewünscht; gewollt; beliebt; gerngesehen)
-
populär (angesehen; gern gesehen; geschätzt)
-
populär (begehrenswert; gesucht; gewünscht; beliebt; gefragt; gewollt)
begerenswaardig-
begerenswaardig bijvoeglijk naamwoord
-
-
populär
in de mode-
in de mode bijvoeglijk naamwoord
-