Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- maßlos:
-
Wiktionary:
- maßlos → exorbitant, buitensporig, bovenmatig, extreem, uiterst, ultra-
Duits
Uitgebreide vertaling voor maßlos (Duits) in het Nederlands
maßlos:
-
maßlos (unmäßig; übermäßig; über alle Maßen)
-
maßlos (übertrieben; übermäßig; extravagant; kostspielig; unmäßig; über alle Maßen)
-
maßlos (außerordentlich; übermäßig; besonder; auffällig; extrem; zügellos; einzigartig; hervorragend; außergewöhnlich; äußerst; ungewöhnlich; speziell; aufwendig; übertrieben; markant; bemerkenswert; auffallend; apart; augenscheinlich; extravagant; ausschweifend; hervorspringend; über alle Maßen)
extreem; bovenmatig; uitermate; buitensporig; buitengemeen; mateloos; tomeloos-
extreem bijvoeglijk naamwoord
-
bovenmatig bijvoeglijk naamwoord
-
uitermate bijwoord
-
buitensporig bijvoeglijk naamwoord
-
buitengemeen bijvoeglijk naamwoord
-
mateloos bijvoeglijk naamwoord
-
tomeloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
maßlos (weitgehend; grob)
verregaand-
verregaand bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor maßlos:
Synoniemen voor "maßlos":
Wiktionary: maßlos
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• maßlos | → exorbitant; buitensporig | ↔ exorbitant — exceeding proper limits |
• maßlos | → bovenmatig; extreem; uiterst; ultra- | ↔ extrême — Qui est tout à fait au bout, tout à fait le dernier. |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor maßlos (Nederlands) in het Duits
maßlos: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- ma: Mutter; Mutti; Oberin; Flügelmutter
- los: lose; mobil; beweglich; transportfähig; versetzbar; nicht fest; transportabel; transportierbar; locker; pulverartig; unsicher; schlank; unzuverlässig; wechselhaft; ungewiß; rank; unbeständig; schwankend; schmächtig; wackelig; grundlos; wandelbar; instabil; flatterhaft; unfest; veränderlich; wankelmütig; unsolide