Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: faulen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: faulen

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. faulen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor faulen (Duits) in het Nederlands

faulen:

faulen werkwoord (faule, faulst, fault, faulte, faultet, gefault)

  1. faulen (wegfaulen; verfaulen; abfaulen)
    bederven; vergaan; rotten; verrotten; wegrotten
    • bederven werkwoord (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • vergaan werkwoord (verga, vergaat, verging, vergingen, vergaan)
    • rotten werkwoord (rot, rotte, rotten, gerot)
    • verrotten werkwoord (verrot, verrotte, verrotten, verrot)
    • wegrotten werkwoord (rot weg, rotte weg, rotten weg, weggerot)
  2. faulen (schimmeligwerden; stocken; schimmeln)
    in staat van ontbinding zijn; liggen rotten

Conjugations for faulen:

Präsens
  1. faule
  2. faulst
  3. fault
  4. faulen
  5. fault
  6. faulen
Imperfekt
  1. faulte
  2. faultest
  3. faulte
  4. faulten
  5. faultet
  6. faulten
Perfekt
  1. bin gefault
  2. bist gefault
  3. ist gefault
  4. sind gefault
  5. seid gefault
  6. sind gefault
1. Konjunktiv [1]
  1. faule
  2. faulest
  3. faule
  4. faulen
  5. faulet
  6. faulen
2. Konjunktiv
  1. faulete
  2. fauletest
  3. faulete
  4. fauleten
  5. fauletet
  6. fauleten
Futur 1
  1. werde faulen
  2. wirst faulen
  3. wird faulen
  4. werden faulen
  5. werdet faulen
  6. werden faulen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde faulen
  2. würdest faulen
  3. würde faulen
  4. würden faulen
  5. würdet faulen
  6. würden faulen
Diverses
  1. faule!
  2. fault!
  3. faulen Sie!
  5. gefault
  6. faulend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor faulen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bederven Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
vergaan Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
verrotten Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bederven abfaulen; faulen; verfaulen; wegfaulen abnehmen; beeinträchtigen; beschädigen; entzweireißen; fertigmachen; ruinieren; verderben; vergällen; verhunzen; verkommen; vermasseln; vermurksen; verpesten; verpfuschen; verseuchen; zerbrechen; zerschlagen; zerstören; zertrümmern; zurückgehen; zurücklaufen
in staat van ontbinding zijn faulen; schimmeligwerden; schimmeln; stocken
liggen rotten faulen; schimmeligwerden; schimmeln; stocken
rotten abfaulen; faulen; verfaulen; wegfaulen abfaulen; ausfaulen; verfaulen; wegfaulen
vergaan abfaulen; faulen; verfaulen; wegfaulen abfaulen; ablaufen; ausfaulen; scheitern; sinken; untergehen; verfallen; verfaulen; vergehen; verkommen; verstreichen; vorbei gehen; wegfaulen; zerfallen; zurückgehen; zurücklaufen
verrotten abfaulen; faulen; verfaulen; wegfaulen abfaulen; ausfaulen; verfaulen; vergehen; wegfaulen; zerfallen; zurückgehen; zurücklaufen
wegrotten abfaulen; faulen; verfaulen; wegfaulen abfaulen; ausfaulen; verfaulen; vergehen; wegfaulen; zerfallen; zurückgehen; zurücklaufen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vergaan faul; ranzig; schlecht; stinkend; stinkig; verdorben; verfault; vergammelt; verrotet

Synoniemen voor "faulen":


Wiktionary: faulen

Cross Translation:
FromToVia
• faulen → bederven; rotten; vergaan; verrotten ↔ pourrir — Se décomposer, fermenter, s'altérer, se corrompre, se gâter sous l’action de bactéries.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0292 seconde
Page rendered in 1.0 seconds