Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Pegel:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pegel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pegel (Duits) in het Nederlands

Pegel:

Pegel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Pegel (Peilstange; Peilstock)
    de peilstok
    • peilstok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pegel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peilstok Pegel; Peilstange; Peilstock

Synoniemen voor "Pegel":


Wiktionary: Pegel

Pegel
noun
  1. Wasserbau: Vorrichtung zur Messung des Wasserstands
  2. Niveauhöhe einer Flüssigkeit oder sonstiger Zahlenwert einer physikalischen Größe
Pegel
noun
  1. niveau of stand van bijvoorbeeld water



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Pegel (Nederlands) in het Duits

pegel:

pegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pegel (ijskegel)
    der Eiszapfen

Vertaal Matrix voor pegel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Eiszapfen ijskegel; pegel ijspegel

Verwante woorden van "pegel":

  • pegelen, pegels, pegeltje, pegeltjes

Wiktionary: pegel


Cross Translation:
FromToVia
pegel Eiszapfen icicle — a spear-shape of ice