Entführer: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Entführer:
- kidnapper; ontvoerder; gijzelnemer; gijzelhouder; gijzelaar
Wiktionary:
- Entführer → kidnapper
- Entführer → kidnapper, ontvoerder, schaker

Duits

Uitgebreide vertaling voor Entführer (Duits) in het Nederlands

der Entführer (Geiselnehmer; Geisel; Kaper; Korsar)
de kidnapper; de ontvoerder
- kidnapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ontvoerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Entführer (Geiselnehmer; Kidnapper)
de kidnapper; de gijzelnemer; de gijzelhouder
- kidnapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gijzelnemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gijzelhouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Entführer (Geiselnehmer)
de gijzelaar
- gijzelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gijzelaar	Entführer; Geiselnehmer
gijzelhouder	Entführer; Geiselnehmer; Kidnapper	Geiselnehmer
gijzelnemer	Entführer; Geiselnehmer; Kidnapper	Geiselnehmer
kidnapper	Entführer; Geisel; Geiselnehmer; Kaper; Kidnapper; Korsar
ontvoerder	Entführer; Geisel; Geiselnehmer; Kaper; Korsar

Geiselgangster; Geiselnehmer; Kidnapper; Gesetzesbrecher; Krimineller; schwerer Junge; Straftäter; Täter; Verbrecher

Entführer

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Entführer	→ kidnapper; ontvoerder	↔ abductor — kidnapper
• Entführer	→ schaker; ontvoerder; kidnapper	↔ kidnapper — one who performs kidnap