Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ausschließlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausschließlich (Duits) in het Nederlands

ausschließlich:

ausschließlich bijvoeglijk naamwoord

  1. ausschließlich (exklusiv)
    uitsluitend; alleen; exclusief; enkel; enig
  2. ausschließlich (spezial; speziell; exklusive; sonderbar; exklusiv)
    speciaal; exclusief
  3. ausschließlich
    behoudens
  4. ausschließlich (rein)
    louter
    • louter bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ausschließlich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enkel Fußgelenk
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alleen ausschließlich; exklusiv
enig ausschließlich; exklusiv allerliebst; außergewöhnlich; einmalig; einzig; einzig in seiner Art; einzigartig; etwas; exklusiv; exklusive; flaumig; goldig; lieb; nett; niedlich; originell; reizend; süß; unvergleichbar; unvergleichlich
enkel ausschließlich; exklusiv bloß; in der Einzahl; nur
exclusief ausschließlich; exklusiv; exklusive; sonderbar; spezial; speziell
louter ausschließlich; rein
speciaal ausschließlich; exklusiv; exklusive; sonderbar; spezial; speziell
uitsluitend ausschließlich; exklusiv
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
exclusief Exklusivmodus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behoudens ausschließlich

Synoniemen voor "ausschließlich":


Wiktionary: ausschließlich

ausschließlich
adverb
  1. ohne Ausnahme, nur
ausschließlich
adjective
  1. geen ruimte voor andere mogelijkheden latend

Cross Translation:
FromToVia
ausschließlich uitsluitend; exclusief exclusively — to the exclusion of anything or anyone else