Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ringen:
  2. Ringen:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ring:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ringen (Duits) in het Nederlands

ringen:

ringen werkwoord (ringe, ringst, ringt, ringte, ringtet, geringt)

  1. ringen (mit jemandem ringen; klemmen; kämpfen; )
    worstelen; met iemand worstelen
  2. ringen (kämpfen; schwingen)
    worstelen; touwtrekken
  3. ringen (wringen; winden; kämpfen; drücken)

Conjugations for ringen:

Präsens
  1. ringe
  2. ringst
  3. ringt
  4. ringen
  5. ringt
  6. ringen
Imperfekt
  1. ringte
  2. ringtest
  3. ringte
  4. ringten
  5. ringtet
  6. ringten
Perfekt
  1. habe geringt
  2. hast geringt
  3. hat geringt
  4. haben geringt
  5. habt geringt
  6. haben geringt
1. Konjunktiv [1]
  1. ringe
  2. ringest
  3. ringe
  4. ringen
  5. ringet
  6. ringen
2. Konjunktiv
  1. ringte
  2. ringtest
  3. ringte
  4. ringten
  5. ringtet
  6. ringten
Futur 1
  1. werde ringen
  2. wirst ringen
  3. wird ringen
  4. werden ringen
  5. werdet ringen
  6. werden ringen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ringen
  2. würdest ringen
  3. würde ringen
  4. würden ringen
  5. würdet ringen
  6. würden ringen
Diverses
  1. ring!
  2. ringt!
  3. ringen Sie!
  4. geringt
  5. ringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
touwtrekken Tauziehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
met iemand worstelen drehen; drücken; klemmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; schwingen; winden; wringen
touwtrekken kämpfen; ringen; schwingen
worstelen drehen; drücken; klemmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; schwingen; winden; wringen
zich wringen drücken; kämpfen; ringen; winden; wringen

Synoniemen voor "ringen":


Wiktionary: ringen


Cross Translation:
FromToVia
ringen worstelen wrestle — to contend, with an opponent, by grappling and attempting to throw
ringen wringen tordre — Tourner un corps long et flexible par ses deux extrémités en sens contraire.

Ringen:

Ringen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ringen
    het geworstel
  2. Ringen
    gewring; wringen
    • gewring [znw.] zelfstandig naamwoord
    • wringen [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. Ringen (Kampf; Streit; Kämpfe; )
    de kamp; het gevecht; de worsteling; de strijd
    • kamp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gevecht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • worsteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • strijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevecht Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank Balgerei; Handgemenge; Keilerei; Schlägerei
geworstel Ringen
gewring Ringen
kamp Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank Bleibe; Duell; Feldlager; Kamp; Quartier; Urlaubskamp; Zweikampf
strijd Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank Kampf; Krieg; Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit
worsteling Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Kampf; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank
wringen Ringen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wringen auswringen; wringen

Wiktionary: Ringen

Ringen
noun
  1. Sport: Kampfsportart, die mit Griffen betrieben wird

Cross Translation:
FromToVia
Ringen worstelen wrestling — sport

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Ringen



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Ringen (Nederlands) in het Duits

ring:

ring [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ring (soort sieraad)
    der Ring; Schmuckstueck; der Kettenring
  2. de ring (stadionring)
    der Stadionring

Vertaal Matrix voor ring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kettenring ring; soort sieraad cirkel; kring; rondje
Ring ring; soort sieraad circus; cirkel; cirkelvorm; kralenkrans; krans; kransje; kring; kringel; kringvormig; rondje
Schmuckstueck ring; soort sieraad
Stadionring ring; stadionring

Verwante woorden van "ring":

  • ringen

Verwante definities voor "ring":

  1. sieraad om je vinger1
    • toen ze trouwden deden ze elkaar een ring om1
  2. voorwerp in de vorm van een cirkel1
    • om de ton zat een ijzeren ring1

Wiktionary: ring


Cross Translation:
FromToVia
ring Ring collar — any encircling device or structure
ring Ring ring — round piece of (precious) metal worn around the finger
ring Ring ring — place where some sports take place
ring Ring anneaucercle fait d’une matière dure et qui sert à attacher quelque chose.
ring Ring bague — Anneau

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Ringen