Bauernhof: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Bauernhof:
- boerderij; boerenhofstede; hoeve; boerenhoeve; boerenbedrijf; hof; erf; boerenerf; heem
Wiktionary:
- Bauernhof → boerderij, hof
- Bauernhof → boerderij, afdeling, branche, tak, vak, goed, landgoed, bezitting, kapitaal, vermogen, fonds, eigendom, eigendomsrecht, allooi, eigenschap, kwaliteit

Duits

Uitgebreide vertaling voor Bauernhof (Duits) in het Nederlands

der Bauernhof (Bauernhaus; Bauerngehöft)
de boerderij; de boerenhofstede; de hoeve; de boerenhoeve
- boerderij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- boerenhofstede [de ~] zelfstandig naamwoord
- hoeve [de ~] zelfstandig naamwoord
- boerenhoeve [de ~] zelfstandig naamwoord
der Bauernhof (Bauernwirtschaft)
het boerenbedrijf
- boerenbedrijf [het ~] zelfstandig naamwoord
der Bauernhof (Höfe; Hof; Gut)
de hof; het erf; het boerenerf; het heem
- hof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- erf [het ~] zelfstandig naamwoord
- boerenerf [het ~] zelfstandig naamwoord
- heem [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boerderij	Bauerngehöft; Bauernhaus; Bauernhof
boerenbedrijf	Bauernhof; Bauernwirtschaft
boerenerf	Bauernhof; Gut; Hof; Höfe
boerenhoeve	Bauerngehöft; Bauernhaus; Bauernhof
boerenhofstede	Bauerngehöft; Bauernhaus; Bauernhof
erf	Bauernhof; Gut; Hof; Höfe	Bezirk; Gebiet; Gelände; Grundstück; Gut; Revier; Territorium; Zone
heem	Bauernhof; Gut; Hof; Höfe	Haus und Herd; Heimat; Heimatboden; Heimatland
hoeve	Bauerngehöft; Bauernhaus; Bauernhof
hof	Bauernhof; Gut; Hof; Höfe	Gericht; Gerichtshof; Hinterhof; Hof; Innenhof; Park; Parkanlage

Bauernhof

noun

Landwirtschaft: Wohnhaus, Stallungen, Wirtschaftsgelände und Felder, die zusammengenommen einen kleinen landwirtschaftlichen Betrieb darstellen
- Bauernhof → boerderij

Bauernhof

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Bauernhof	→ boerderij	↔ farm — a place where agricultural activities take place
• Bauernhof	→ afdeling; branche; tak; vak; boerderij; goed; landgoed; bezitting	↔ domaine — Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
• Bauernhof	→ kapitaal; vermogen; fonds; boerderij; goed; landgoed; bezitting	↔ fonds — ensemble de biens matériels ou immatériels servant à l’usage principal d’une activité.
• Bauernhof	→ eigendom; eigendomsrecht; allooi; eigenschap; kwaliteit; boerderij; goed; landgoed; bezitting	↔ propriété — Traductions à trier suivant le sens