Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: üppig

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: üppig

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

üppig:
- bezet; druk; drukbezet; overdadig; overdreven; welig; copieus
Wiktionary:
- üppig → copieus, overvloedig
- üppig → rijkelijk voorhanden, abondant, overvloedig, overdadig, uitbundig, exuberant, abundant, rijk, volop, weelderig, welig

Duits

Uitgebreide vertaling voor üppig (Duits) in het Nederlands

üppig:

üppig bijvoeglijk naamwoord

üppig (geschäftig; lustig; gedrängt; heiter; geräuschvoll; lebendig; fleißig; gesellig; emsig; lebhaft; munter; eifrig; flott; vergnüglich; quick; fröhlich; existent; freudvoll; frisch; angeheitert; freudig)
bezet; druk; drukbezet
- bezet bijvoeglijk naamwoord
- druk bijvoeglijk naamwoord
- drukbezet bijvoeglijk naamwoord
üppig (überreichlich; übertrieben; überschwenglich)
overdadig; overdreven
- overdadig bijvoeglijk naamwoord
- overdreven bijvoeglijk naamwoord
üppig (luxuriös; aufwendig)
welig
- welig bijvoeglijk naamwoord
üppig (opulent; reichlich)
copieus
- copieus bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor üppig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
druk		Auflage; Auflegung; Druck; Finanzielle Last; Last; Pression; Spannung; Zwang
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bezet	angeheitert; eifrig; emsig; existent; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; üppig	beschäftigt; besetzt; gebucht
copieus	opulent; reichlich; üppig
druk	angeheitert; eifrig; emsig; existent; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; üppig	aktiv; angeregt; ausgelassen; beschäftigt; eifrig; emsig; fleißig; fröhlich; geschäftig; gesellig; heiter; keck; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; wohlgemut
drukbezet	angeheitert; eifrig; emsig; existent; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; üppig
overdadig	überreichlich; überschwenglich; übertrieben; üppig
overdreven	überreichlich; überschwenglich; übertrieben; üppig	affektiert; schwülstig; sich anstellen; theatralisch; zimperlich; übertrieben
welig	aufwendig; luxuriös; üppig

Synoniemen voor "üppig":

bombastisch; horrend; übermäßig
ansehnlich; außerordentlich; beachtenswert; beachtlich; bedeutend; beträchtlich; bombastisch; enorm; erheblich; erklecklich; exorbitant; extrem; fulminant; gewaltig; groß; immens; pompös; stattlich; unglaublich; beschreibend
ausführlich; ausgiebig; opulent; reichhaltig; reichlich
auf großem Fuß; in Saus und Braus; prachtvoll; prahlerisch; prächtig; verschwenderisch
abundant; en masse; im Überfluss; in Hülle und Fülle; massenhaft; massenweise; reich; unbegrenzt; viel; wie Sand am Meer; zahlreich

Wiktionary: üppig

üppig

adjective

rijkelijk, overvloedig
- copieus → üppig; reichlich
in ruime hoeveelheid aanwezig
- overvloedig → üppig; reichlich

Cross Translation:

From	To	Via
• üppig	→ rijkelijk voorhanden; abondant; overvloedig	↔ ample — fully sufficient; abundant
• üppig	→ overdadig; overvloedig; uitbundig; exuberant	↔ exuberant — abundant, luxuriant, profuse, superabundant
• üppig	→ abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig	↔ copieux — Qui est abondant, qui est nombreux et disponible.