Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Plans (Nederlands) in het Duits

plan:

plan [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de plan (voornemen; opzet)
    der Plan; die Absicht; Vorhaben; der Vorsatz; der Entschluß
    • Plan [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Absicht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorhaben [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorsatz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Entschluß [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de plan (planning; opzet)
    die Planung
    • Planung [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. de plan (project)
    Projekt; Plan
    • Projekt [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Plan [das ~] zelfstandig naamwoord
  4. de plan (niveau; laag; peil; stand)
    Niveau; die Stufe; der Plan; die Ebene; die Höhe; der Maßstab; der Stock; der Vorsatz; Konzept; Vorhaben; der Entwurf; Stockwerk; die Etage; Kriterium; die Gradation; der Abriß; die Entwürfe; die Skala; die Idee; Projekt
    • Niveau [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Stufe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Plan [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ebene [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Höhe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Maßstab [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stock [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorsatz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Konzept [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorhaben [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Entwurf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stockwerk [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Etage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kriterium [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gradation [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Abriß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Entwürfe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Skala [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Idee [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Projekt [das ~] zelfstandig naamwoord
  5. de plan (gedrag; besturing; houding; leiding; rijrichting)
    der Kurs; der Aktienkurs; die Notiz
    • Kurs [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Aktienkurs [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Notiz [die ~] zelfstandig naamwoord

plan

  1. plan

Vertaal Matrix voor plan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abriß laag; niveau; peil; plan; stand afbraak; demontage; grondplan; ontmanteling; plattegrond; sloop; stadskaart; uiteenname
Absicht opzet; plan; voornemen doel bij voetbalwedstrijd; doelwit; goal; intentie; mening; moedwil; oogmerk; opinie; overtuiging; toeleg; voornemen
Aktienkurs besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting
Ebene laag; niveau; peil; plan; stand bouwterrein; dimensieniveau; gebied; kavel; laag; niveau; oppervlak; oppervlakte; perceel; terrein; vlak; vlakte
Entschluß opzet; plan; voornemen beschikbaarheid; beschikking; carbon; doorslag; uitspraak; vonnisvelling
Entwurf laag; niveau; peil; plan; stand Concept; concept; klad; kladjes; kladwerk; model; monster; ontwerp; proefje; proefversie; proeve; schets; schetstekening; schrijfsels; specimen; staal; staaltje; tekening; toonbeeld; voorbeeld; voorlopig ontwerp
Entwürfe laag; niveau; peil; plan; stand concept; geestelijke vorming; model; ontplooiing; ontwerp; ontwikkeling; schets; toonbeeld; voorbeeld; voorlopig ontwerp; vooruitgang; vorming
Etage laag; niveau; peil; plan; stand etage; intensivering; verdieping; woonlaag
Gradation laag; niveau; peil; plan; stand graad; gradatie; mate; niveau; peil
Höhe laag; niveau; peil; plan; stand hoogte; hoogtelijn; niveaulijn
Idee laag; niveau; peil; plan; stand begrip; benul; conceptie; denkbeeld; gedachte; idee; kijk; mening; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; visie; zienswijze
Konzept laag; niveau; peil; plan; stand concept; klad; kladjes; kladwerk; model; ontwerp; proefversie; schets; schrijfsels; toonbeeld; voorbeeld; voorlopig ontwerp
Kriterium laag; niveau; peil; plan; stand beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; maatstaf; toetssteen; voorwaarde
Kurs besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting cursus; herleidingskoers; koers; koersnotering; kursus; leergang; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; richting; studie; valuta; wisselkoers
Maßstab laag; niveau; peil; plan; stand beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; maatstaf; toetssteen; voorwaarde
Niveau laag; niveau; peil; plan; stand graad; niveau; peil
Notiz besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting aantekening; attest; bewijs; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; noot; notitie; opschrijving; schrijfsel; zakelijke notitie
Plan laag; niveau; opzet; peil; plan; project; stand; voornemen kaart; landkaart; schets; schetstekening; tekening; toeleg
Planung opzet; plan; planning prognose
Projekt laag; niveau; peil; plan; project; stand Project; project
Skala laag; niveau; peil; plan; stand gamma; graad; gradatie; kleurenschaal; kleurenspectrum; ladder; mate; scala; schaalverdeling; spectrum; toonladder; toonschaal
Stock laag; niveau; peil; plan; stand baton; bijenkorf; dierenkolonie; etage; intensivering; staaf; staf; stang; stok; verdieping; woonlaag
Stockwerk laag; niveau; peil; plan; stand etage; intensivering; verdieping; woonlaag
Stufe laag; niveau; peil; plan; stand autoped; fase; opstap; opstapje; step; terras; traptrede; trede; tree; werkstroomfase
Vorhaben laag; niveau; opzet; peil; plan; stand; voornemen
Vorsatz laag; niveau; opzet; peil; plan; stand; voornemen dekblad; intentie; moedwil; schutblad; voornemen
- concept; opzet
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Plan plan

Verwante woorden van "plan":

  • plannen, plans, plantje, plantjes

Synoniemen voor "plan":


Verwante definities voor "plan":

  1. voorlopig ontwerp van iets1
    • hij legde zijn plan aan de directie voor1
  2. uitgewerkte beschrijving of tekening1
    • je moet je precies aan het bouwplan houden1

Wiktionary: plan


Cross Translation:
FromToVia
plan Agenda agenda — temporally organized plan
plan Plan blueprint — any detailed plan of action
plan Entwurf blueprint — any detailed technical drawing
plan Plan plan — set of intended actions
plan Plan plan — 2-dimensional drawing from above
plan Absicht; Plan; Ziel; Zweck dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)
plan Abriß; Entwurf; Plan; Riß; Grundriß; Karte plan — À classer
plan Entwurf; Plan; Projekt; Abriß; Riß; Grundriß projetdessein, idée de ce qu’on penser réaliser, conception des moyens qu’on croire utiles pour exécuter ce qu’on médite.
plan Absicht; Plan; Äußerung; Ausspruch proposparole échanger dans la conversation.

Computer vertaling door derden: