Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nord:
  2. Nord:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nord (Duits) in het Nederlands

nord:

nord bijvoeglijk naamwoord

  1. nord
    noord

Vertaal Matrix voor nord:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noord nord

Nord:

Nord [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Nord (Norden)
    het noorden
    • noorden [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noorden Nord; Norden

Wiktionary: Nord


Cross Translation:
FromToVia
Nord noorden north — compass point

Nord...:


Synoniemen voor "Nord...":

  • nördlich