Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- verhüllen:
-
Wiktionary:
- verhüllen → verhullen
- verhüllen → bekleden, overtrekken, coveren, beleggen, dekken, bedekken, toedekken, sluieren, omsluieren
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verhullen:
-
Wiktionary:
- verhullen → verhüllen
- verhullen → verstellen
Duits
Uitgebreide vertaling voor verhüllen (Duits) in het Nederlands
verhüllen:
-
verhüllen (kamouflieren; hüllen; verschleiern; einhüllen)
-
verhüllen (verbinden; umwickeln)
Vertaal Matrix voor verhüllen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bedekken | Zudeckung | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bedekken | einhüllen; hüllen; kamouflieren; verhüllen; verschleiern | bedecken; bekleiden; beziehen; verdecken; verkleiden; versehen |
bemantelen | einhüllen; hüllen; kamouflieren; verhüllen; verschleiern | kamouflieren; verbergen; verstecken |
hullen | einhüllen; hüllen; kamouflieren; verhüllen; verschleiern | |
inhullen | einhüllen; hüllen; kamouflieren; verhüllen; verschleiern | |
maskeren | einhüllen; hüllen; kamouflieren; verhüllen; verschleiern | |
omhullen | einhüllen; hüllen; kamouflieren; verhüllen; verschleiern | |
verhullen | einhüllen; hüllen; kamouflieren; verhüllen; verschleiern | kamouflieren; verbergen; verstecken |
versluieren | einhüllen; hüllen; kamouflieren; verhüllen; verschleiern | kamouflieren; verbergen; verstecken |
zwachtelen | umwickeln; verbinden; verhüllen |
Synoniemen voor "verhüllen":
Wiktionary: verhüllen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verhüllen (Nederlands) in het Duits
verhullen:
-
verhullen (verbergen; achterhouden; verduisteren; verstoppen; versluieren; verheimelijken; bemantelen)
verbergen; verstecken; kamouflieren-
kamouflieren werkwoord (kamoufliere, kamouflierst, kamoufliert, kamouflierte, kamoufliertet, kamoufliert)
-
verhullen (maskeren; omhullen; bedekken; versluieren; bemantelen; inhullen; hullen)
kamouflieren; hüllen; verhüllen; verschleiern; einhüllen-
kamouflieren werkwoord (kamoufliere, kamouflierst, kamoufliert, kamouflierte, kamoufliertet, kamoufliert)
-
verhüllen werkwoord
-
verschleiern werkwoord (verschleiere, verschleierst, verschleiert, verschleierte, verschleiertet, verschleiert)
-
Conjugations for verhullen:
o.t.t.
- verhul
- verhult
- verhult
- verhullen
- verhullen
- verhullen
o.v.t.
- verhulde
- verhulde
- verhulde
- verhulden
- verhulden
- verhulden
v.t.t.
- heb verhuld
- hebt verhuld
- heeft verhuld
- hebben verhuld
- hebben verhuld
- hebben verhuld
v.v.t.
- had verhuld
- had verhuld
- had verhuld
- hadden verhuld
- hadden verhuld
- hadden verhuld
o.t.t.t.
- zal verhullen
- zult verhullen
- zal verhullen
- zullen verhullen
- zullen verhullen
- zullen verhullen
o.v.t.t.
- zou verhullen
- zou verhullen
- zou verhullen
- zouden verhullen
- zouden verhullen
- zouden verhullen
diversen
- verhul!
- verhult!
- verhuld
- verhullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verhullen:
Wiktionary: verhullen
verhullen
Cross Translation:
verb
-
iets niet openlijk zeggen of tonen
- verhullen → verhüllen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verhullen | → verstellen | ↔ disguise — to prevent revealing something secret |