Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Mut haben:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor den Mut haben (Duits) in het Nederlands

Mut haben:

Mut haben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Mut haben (Wagen; sich Getrauen)
    durven; de wagen
    • durven [znw.] zelfstandig naamwoord
    • wagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mut haben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
durven Mut haben; Wagen; sich Getrauen
wagen Mut haben; Wagen; sich Getrauen Auto; Fahrzeug; Fuhrwerk; Gefährt; Karren; Personenwagen; Pferdewagen; Vehikel; Wagen; Zugmaschine
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
durven riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; wagen
wagen riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; wagen


Wiktionary: den Mut haben

den Mut haben
verb
  1. Moed hebben

Verwante vertalingen van den Mut haben