Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ursprung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ursprung (Duits) in het Nederlands

Ursprung:

Ursprung [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ursprung
    de oorsprong; de bakermat
  2. der Ursprung
    de oorsprong

Vertaal Matrix voor Ursprung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakermat Ursprung Geburtsland; Geburtsort; Heimat; Heimatboden; Heimatland; Herkunftsland; Land; Landschaft; Nation; Wiege
oorsprong Ursprung

Synoniemen voor "Ursprung":


Wiktionary: Ursprung

Ursprung
Cross Translation:
FromToVia
Ursprung oorsprong origin — point at which the axes of a coordinate system intersect
Ursprung bron source — person, place or thing from which something comes or is acquired
Ursprung afkomst; herkomst; oorsprong originecommencement.