Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Steg:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Steg (Duits) in het Nederlands

Steg:

Steg [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Steg
    de vlonder
    • vlonder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Steg
    smalle brug
  3. der Steg
    de souspied
    • souspied [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Steg (Landungssteg; Landungsbrücke)
    de pier; het havenhoofd; de havendam
    • pier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • havenhoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
    • havendam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. der Steg (Landungsbrücke; Anlegestelle; Kai; Landungssteg)
    de kade; de kaai
    • kade [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kaai [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Steg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
havendam Landungsbrücke; Landungssteg; Steg
havenhoofd Landungsbrücke; Landungssteg; Steg
kaai Anlegestelle; Kai; Landungsbrücke; Landungssteg; Steg
kade Anlegestelle; Kai; Landungsbrücke; Landungssteg; Steg
pier Landungsbrücke; Landungssteg; Steg Regenwurm; Wurm
smalle brug Steg
souspied Steg
vlonder Steg

Synoniemen voor "Steg":

  • Laufsteg
  • Pfad; Steig; Trampelpfad; Weg
  • Bohle; Diele; Planke

Wiktionary: Steg

Steg
noun
  1. onderdeel van een snaarinstrument
  2. stoelspaak

Cross Translation:
FromToVia
Steg kam bridge — piece on string instruments
Steg loopplank gangboard — board used as a temporary footbridge between a ship and a dockside
Steg loopplank gangplank — board used as a temporary footbridge between a ship and a dockside
Steg voetpad sentier — Chemin étroit au travers des champs, des bois, etc.