Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gepäckträger:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gepäckträger (Duits) in het Nederlands

Gepäckträger:

Gepäckträger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gepäckträger (Lastträger; Träger; Gepäckkarren)
    de bagagedrager; de drager; de kruier; de sjouwer
    • bagagedrager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kruier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • sjouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Gepäckträger
    de imperiaal; bagagerek op autodak
  3. der Gepäckträger
    de voordrager; voorbagagedrager
  4. der Gepäckträger (Lastträger)
    de sjouwer; de lastdrager
    • sjouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lastdrager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gepäckträger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bagagedrager Gepäckkarren; Gepäckträger; Lastträger; Träger
bagagerek op autodak Gepäckträger
drager Gepäckkarren; Gepäckträger; Lastträger; Träger Besitzer; Besitzerin; Eigentümer; Eigentümerin; Inhaber; Inhaberin; Lizenzinhaber
imperiaal Gepäckträger
kruier Gepäckkarren; Gepäckträger; Lastträger; Träger
lastdrager Gepäckträger; Lastträger
sjouwer Gepäckkarren; Gepäckträger; Lastträger; Träger
voorbagagedrager Gepäckträger
voordrager Gepäckträger
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imperiaal kaiserlich

Synoniemen voor "Gepäckträger":

  • Kuli; Lastenträger; Befehlsempfänger; Untergebener; Untergeordneter; Untertan

Wiktionary: Gepäckträger

Gepäckträger
noun
  1. een rek op de fiets (of andere tweewieler) waarop bagage bevestigd kan worden
  2. iemand die bagage vervoert op o.a. stations en vliegvelden

Computer vertaling door derden: