Duits
Uitgebreide vertaling voor Box (Duits) in het Nederlands
Box:
Vertaal Matrix voor Box:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
box | Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag | Babybox |
hutje | Box; Schuppen | Baracke; Bruchbude; Hütte |
kot | Box; Schuppen | Bruchbude; Hütte; Kabuff; Scheune |
krot | Box; Schuppen | Armenviertel; Baracke; Barackenviertel; Bruchbude; Bude; Elendviertel; Hütte; Schuppen; Slum |
opbergruimte | Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag |
Synoniemen voor "Box":
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Box (Nederlands) in het Duits
Box vorm van box:
Vertaal Matrix voor box:
Verwante woorden van "box":
Wiktionary: box
box
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• box | → Laufgitter | ↔ playpen — space for children to play |
• box | → Lautsprecher | ↔ speaker — loudspeaker |