Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- wiegen:
-
Wiktionary:
- wiegen → wegen, wiegen, deinen, zwaar zijn, het gewicht bepalen, afwegen
- wiegen → wegen, wiegen
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- wiegen:
- wieg:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor wiegen (Duits) in het Nederlands
wiegen:
-
wiegen (winken; schwenken)
-
wiegen (schaukeln; fließen; wallen; schlingen; winken; schleudern; wogen; pendeln; dünen; schlingern; schwingen; schwenken; herumfliegen; schwanken; wackeln; baumeln; flattern; schmettern; wippen; schlittern; schlenkern; watscheln; schlackern; tänzeln; sichwellen)
-
wiegen (schaukeln; schwanken)
-
wiegen (schaukeln)
-
wiegen
Conjugations for wiegen:
Präsens
- wiege
- wiegst
- wiegt
- wiegen
- wiegt
- wiegen
Imperfekt
- wiegte
- wiegtest
- wiegte
- wiegten
- wiegtet
- wiegten
Perfekt
- habe gewiegt
- hast gewiegt
- hat gewiegt
- haben gewiegt
- habt gewiegt
- haben gewiegt
1. Konjunktiv [1]
- wiege
- wiegest
- wiege
- wiegen
- wieget
- wiegen
2. Konjunktiv
- wiegte
- wiegtest
- wiegte
- wiegten
- wiegtet
- wiegten
Futur 1
- werde wiegen
- wirst wiegen
- wird wiegen
- werden wiegen
- werdet wiegen
- werden wiegen
1. Konjunktiv [2]
- würde wiegen
- würdest wiegen
- würde wiegen
- würden wiegen
- würdet wiegen
- würden wiegen
Diverses
- wieg!
- wiegt!
- wiegen Sie!
- gewiegt
- wiegend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor wiegen:
Synoniemen voor "wiegen":
Wiktionary: wiegen
wiegen
wiegen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wiegen | → wiegen | ↔ cradle — to rock (a baby to sleep) |
• wiegen | → wiegen | ↔ rock — move gently back and forth |
• wiegen | → wegen | ↔ weigh — to determine the weight of an object |
• wiegen | → wiegen | ↔ bercer — balancer dans un berceau. |
• wiegen | → wegen; zwaar zijn; het gewicht bepalen; afwegen | ↔ peser — appuyer fortement sur une chose, faire sentir son poids. |
Verwante vertalingen van wiegen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wiegen (Nederlands) in het Duits
wiegen:
-
wiegen (schommelen)
-
wiegen (heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen)
schwenken; pendeln; hin und her wanken; schwanken; schwingen; schleudern; schaukeln; taumeln; wanken; schlenkern; schlingern-
hin und her wanken werkwoord
Conjugations for wiegen:
o.t.t.
- wieg
- wiegt
- wiegt
- wiegen
- wiegen
- wiegen
o.v.t.
- wiegde
- wiegde
- wiegde
- wiegden
- wiegden
- wiegden
v.t.t.
- heb gewiegd
- hebt gewiegd
- heeft gewiegd
- hebben gewiegd
- hebben gewiegd
- hebben gewiegd
v.v.t.
- had gewiegd
- had gewiegd
- had gewiegd
- hadden gewiegd
- hadden gewiegd
- hadden gewiegd
o.t.t.t.
- zal wiegen
- zult wiegen
- zal wiegen
- zullen wiegen
- zullen wiegen
- zullen wiegen
o.v.t.t.
- zou wiegen
- zou wiegen
- zou wiegen
- zouden wiegen
- zouden wiegen
- zouden wiegen
diversen
- wieg!
- wiegt!
- gewiegd
- wiegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wiegen:
Verwante woorden van "wiegen":
Wiktionary: wiegen
wiegen
Cross Translation:
verb
wiegen
-
zachtjes heen en weer bewegen, gewoonlijk om een zuigeling in slaap te brengen
- wiegen → wiegen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wiegen | → wiegen | ↔ cradle — to rock (a baby to sleep) |
• wiegen | → schwanken; schaukeln; wiegen | ↔ rock — move gently back and forth |
• wiegen | → wiegen | ↔ bercer — balancer dans un berceau. |
wiegen vorm van wieg:
-
de wieg (slaapplaats voor baby's; kribbe)
Vertaal Matrix voor wieg:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Krippe | kribbe; slaapplaats voor baby's; wieg | crèche; kinderdagverblijf; krib; voederbak voor dieren |
Wiege | kribbe; slaapplaats voor baby's; wieg | bakermat; geboorteplaats; schommelbedje |
Verwante woorden van "wieg":
Wiktionary: wieg
wieg
Cross Translation:
noun
wieg
-
een bedje voor een pasgeboren zuigeling, vaak met een hemel van fijn gaas en soms met de mogelijkheid het kind zachtjes heen en weer te bewegen
- wieg → Wiege
noun
-
übertr. zu [1]; Plural selten; geh.|: Ort, an dem etwas entsteht, sich entwickelt; Ort, von dem etwas ausgeht, entspringt
-
entweder mit zwei abgerundeten Kufen beziehungsweise Schaukelbrettern versehendes beziehungsweise in ein spezielles Gestell eingehängtes oder frei von der Decke hängendes kastenförmiges Bettchen für Säuglinge, mithilfe dessen der Säugling (in Längs- oder Querrichtung) gewiegt beziehungsweise geschaukelt werden kann
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wieg | → Wiege | ↔ cradle — oscillating bed for a baby |
• wieg | → Wiege | ↔ berceau — petit lit où l’on coucher les nourrissons et qui disposer pour que l’on puisse le balancer, le bercer, aisément. |