Duits
Uitgebreide vertaling voor unempfindlich (Duits) in het Nederlands
unempfindlich:
-
unempfindlich (immun)
onschendbaar; immuun; onvatbaar-
onschendbaar bijvoeglijk naamwoord
-
immuun bijvoeglijk naamwoord
-
onvatbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
unempfindlich (keinen Schmerz fühlend; gefühllos; immun)
gevoelloos; niet-voelend; geen pijn voelend-
gevoelloos bijvoeglijk naamwoord
-
niet-voelend bijvoeglijk naamwoord
-
geen pijn voelend bijvoeglijk naamwoord
-
-
unempfindlich
onaandoenlijk-
onaandoenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor unempfindlich:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevoelloos | gefühllos; immun; keinen Schmerz fühlend; unempfindlich | emotielos; hartherzig; unberührt |
immuun | immun; unempfindlich | |
onaandoenlijk | unempfindlich | |
onschendbaar | immun; unempfindlich | |
onvatbaar | immun; unempfindlich | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geen pijn voelend | gefühllos; immun; keinen Schmerz fühlend; unempfindlich | |
niet-voelend | gefühllos; immun; keinen Schmerz fühlend; unempfindlich |
Synoniemen voor "unempfindlich":
Wiktionary: unempfindlich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• unempfindlich | → ongevoelig; onvatbaar | ↔ impervious — unaffected or unable to be affected by |
• unempfindlich | → apathisch; lusteloos; melig; ongevoelig; wezenloos | ↔ apathique — vieux|fr Qui souffrir d’apathie. |
Computer vertaling door derden: