Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
auf sich nehmen:
-
Wiktionary:
auf sich nehmen → ondergaan, aanvaarden, opnemen, aannemen, ontvangen, accepteren, als zoon aannemen, kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken, adopteren, zich eigen maken, genieten, krijgen, toucheren, oogsten, collecteren, innen, inzamelen, plukken, rapen, verzamelen, kleden, aankleden, omkleden, staan, bekleden, overtrekken, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, pleisteren, bepleisteren, stukadoren, doorstaan, lijden, uitstaan, velen, verdragen -
Synoniemen voor "auf sich nehmen":
akzeptieren; annehmen; hinnehmen
in Kauf nehmen
aufkommen; tragen; übernehmen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor auf sich nehmen (Duits) in het Nederlands
auf sich nehmen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
auf sich nehmen:
Synoniemen voor "auf sich nehmen":
Wiktionary: auf sich nehmen
Cross Translation:
Computer vertaling door derden: