Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- privat:
- Privat:
-
Wiktionary:
- privat → privé
- privat → privaat, persoonlijk, privé, besloten
Duits
Uitgebreide vertaling voor privat (Duits) in het Nederlands
privat:
-
privat (geschlossen; persönlich)
-
privat
particulier-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
-
privat (Anonym)
Vertaal Matrix voor privat:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Privé | Anonym; privat | |
besloten | geschlossen; persönlich; privat | |
particulier | privat | |
privé | geschlossen; persönlich; privat |
Synoniemen voor "privat":
Wiktionary: privat
Privat:
-
Privat (Freunde und Familie)
Vertaal Matrix voor Privat:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Persoonlijk | Freunde und Familie; Privat | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Familie en vrienden | Freunde und Familie; Privat | |
Thuis | Privat |