Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. knien:
    • Wiktionary:
      knien → knielen
      knien → knielen, zich, buigen
    • Synoniemen voor "knien":
      ducken; hinknien; hocken; kauern


Duits

Uitgebreide vertaling voor knien (Duits) in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: knien

knien:


Synoniemen voor "knien":

  • ducken; hinknien; hocken; kauern

Wiktionary: knien

knien
verb
  1. op de knieën gaan

Cross Translation:
FromToVia
knien knielen kneel — to stoop down and rest on the knee
knien zich; knielen; buigen kowtow — kneel such that forehead touches ground

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Suggesties voor knien in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: knien

Computer vertaling door derden: