Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- ansäuern:
-
Wiktionary:
- ansäuern → toespitsen, verscherpen, zuren, verzuren, zuur maken
Duits
Uitgebreide vertaling voor ansäuern (Duits) in het Nederlands
ansäuern:
-
ansäuern (säuern)
Vertaal Matrix voor ansäuern:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanzuren | ansäuern; säuern | |
zuurder maken | ansäuern; säuern |
Wiktionary: ansäuern
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ansäuern | → toespitsen; verscherpen; zuren; verzuren; zuur maken | ↔ aigrir — rendre aigre. |
Computer vertaling door derden: