Duits
Uitgebreide vertaling voor gottlos (Duits) in het Nederlands
gottlos:
-
gottlos (atheistisch; schauderhaft; unheilvoll; unglückselig; schaudererregend)
atheïstisch; goddeloos; godloos-
atheïstisch bijvoeglijk naamwoord
-
goddeloos bijvoeglijk naamwoord
-
godloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
gottlos (ungeweiht)
goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig-
goddeloos bijvoeglijk naamwoord
-
ongoddelijk bijvoeglijk naamwoord
-
ongodsdienstig bijvoeglijk naamwoord
-
-
gottlos (unheilig)
-
gottlos (verderblich)
goddeloos; verderfelijk; verdorven; heilloos-
goddeloos bijvoeglijk naamwoord
-
verderfelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verdorven bijvoeglijk naamwoord
-
heilloos bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gottlos:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
atheïstisch | atheistisch; gottlos; schaudererregend; schauderhaft; unglückselig; unheilvoll | |
goddeloos | atheistisch; gottlos; schaudererregend; schauderhaft; ungeweiht; unglückselig; unheilvoll; verderblich | |
godloos | atheistisch; gottlos; schaudererregend; schauderhaft; unglückselig; unheilvoll | |
heilloos | gottlos; verderblich | heillos; unheilvoll; unselig |
ongodsdienstig | gottlos; ungeweiht | religionsfeindlich |
onheilig | gottlos; unheilig | |
verderfelijk | gottlos; verderblich | |
verdorven | gottlos; verderblich | liederlich; verderbt; verdorben; vergammelt; verlottert |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ongoddelijk | gottlos; ungeweiht |