Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Wolf

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Wolf

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Wolf:
- wolf
Wiktionary:
- Wolf → vleesmolen, wolf
- Wolf → wolf

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

wolf:
- Wolf
Wiktionary:
- wolf → Wolf
- wolf → Wolf

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wolf (Duits) in het Nederlands

Wolf:

Wolf [der ~] zelfstandig naamwoord

der Wolf
de wolf
- wolf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wolf:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wolf	Wolf

Synoniemen voor "Wolf":

Lupus; Meister Isegrim; Carnivora; Prädator; Raubtier; Räuber
Hautwolf; intertriginöses Ekzem; Intertrigo; Wundsein; Erkrankung; Krankheit; Leiden

Wiktionary: Wolf

Wolf

noun

(umgangssprachlich) Kurzform für Fleischwolf
- Wolf → vleesmolen
Säugetier: wildlebendes, dem Schäferhund ähnliches Raubtier
- Wolf → wolf

Cross Translation:

From	To	Via
• Wolf	→ wolf	↔ grey wolf — a large grey wolf
• Wolf	→ wolf	↔ wolf — animal
• Wolf	→ wolf	↔ loup — Mammifère canidé

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Wolf (Nederlands) in het Duits

wolf:

wolf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de wolf
der Wolf
- Wolf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wolf:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Wolf	wolf

Verwante woorden van "wolf":

wolven

Wiktionary: wolf

wolf

noun

Säugetier: wildlebendes, dem Schäferhund ähnliches Raubtier
- Wolf → wolf

Cross Translation:

From	To	Via
• wolf	→ Wolf	↔ grey wolf — a large grey wolf
• wolf	→ Wolf	↔ wolf — animal
• wolf	→ Wolf	↔ loup — Mammifère canidé