Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Stürmer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stürmer (Duits) in het Nederlands

Stürmer:

Stürmer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stürmer (Angreifer; Angriffsspieler)
    de aanvaller; de aanrander
  2. der Stürmer (Angriffsspieler)
    de spitsspeler; de aanvaller; de voorhoedespeler; de voorspeler
  3. der Stürmer (Studentenmütze)
    studentenpet

Vertaal Matrix voor Stürmer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanrander Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer
aanvaller Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer Angreifer; überfaller
spitsspeler Angriffsspieler; Stürmer
studentenpet Studentenmütze; Stürmer
voorhoedespeler Angriffsspieler; Stürmer
voorspeler Angriffsspieler; Stürmer

Synoniemen voor "Stürmer":


Wiktionary: Stürmer

Stürmer
noun
  1. Sport: ein Offensivspieler, dessen Hauptaufgabe darin besteht, Tore zu schießen.
Stürmer
noun
  1. een persoon in de voorste linie
  2. voetballer die voor in het veld staat