Duits

Uitgebreide vertaling voor Gegensatz (Duits) in het Nederlands

Gegensatz:

Gegensatz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gegensatz (Kontrast; Gegensätzlichkeit; Gegensätze)
    de tegenstelling; het contrast
  2. der Gegensatz (die entgegengestellte Auffaßung)
    de tegenstelling; strijdende opvatting
  3. der Gegensatz (Gegenteil)
    tegenovergestelde; omgekeerde
  4. der Gegensatz (Gegenübergestellte; Gegenteil)
    tegenovergestelde
  5. der Gegensatz (Gegenteil; Antipode; Kontrast; Gegenstück)
    het tegendeel
  6. der Gegensatz (Gegenpol; Gegensätze; Gegenteil; )
    de tegenpool; antipool

Vertaal Matrix voor Gegensatz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antipool Gegenbild; Gegenpol; Gegensatz; Gegenstück; Gegensätze; Gegenteil; Kontrast
contrast Gegensatz; Gegensätze; Gegensätzlichkeit; Kontrast Kontrast
omgekeerde Gegensatz; Gegenteil
strijdende opvatting Gegensatz; die entgegengestellte Auffaßung
tegendeel Antipode; Gegensatz; Gegenstück; Gegenteil; Kontrast
tegenovergestelde Gegensatz; Gegenteil; Gegenübergestellte
tegenpool Gegenbild; Gegenpol; Gegensatz; Gegenstück; Gegensätze; Gegenteil; Kontrast
tegenstelling Gegensatz; Gegensätze; Gegensätzlichkeit; Kontrast; die entgegengestellte Auffaßung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tegendeel andersherum; entgegengesetzt

Synoniemen voor "Gegensatz":


Wiktionary: Gegensatz

Gegensatz
noun
  1. het tegenovergestelde
  2. opvallende tegenstelling
  3. in tegenstelling tot

Cross Translation:
FromToVia
Gegensatz antithese; tegenstelling antithèse — rhéto|fr figure par laquelle on opposer, dans un discours, des choses contraires les unes aux autres.
Gegensatz integendeel au contraire — Tout autrement ; d’une manière opposée.
Gegensatz tegendeel; tegengestelde; tegenpool contraire — Concept inverse, logiquement opposé.

Verwante vertalingen van Gegensatz