Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ausrede:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausrede (Duits) in het Nederlands

Ausrede:

Ausrede [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausrede (Entschuldigung; Ausflucht)
    het excuus; de smoes; het voorwendsel; de uitvlucht
  2. die Ausrede
    het smoesje
    • smoesje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ausrede:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excuus Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung Entschuldigung; Justifikation; Rechtfertigung
smoes Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung
smoesje Ausrede
uitvlucht Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung
voorwendsel Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung

Synoniemen voor "Ausrede":


Wiktionary: Ausrede


Cross Translation:
FromToVia
Ausrede uitvlucht; excuus excuse — explanation designed to avoid or alleviate guilt or negative judgement
Ausrede omweg; draaierij; smoesje; smoes; toevlucht détouraction de s’écarter du chemin direct.
Ausrede draaierij; smoesje; smoes; toevlucht faux-fuyantdéfaite ; échappatoire.