Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Mätresse

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Mätresse

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Mätresse:
- maîtresse
Wiktionary:
- Mätresse → maîtresse
- Mätresse → minnares, buitenvrouw

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

maîtresse:
- Geliebte; Mätresse
Wiktionary:
- maîtresse → Mätresse

Duits

Uitgebreide vertaling voor Mätresse (Duits) in het Nederlands

Mätresse:

Mätresse [die ~] zelfstandig naamwoord

die Mätresse (Geliebte)
de maîtresse
- maîtresse [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mätresse:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
maîtresse	Geliebte; Mätresse

Synoniemen voor "Mätresse":

Bettgenossin; Freundin; Geliebte; Gespielin; Herzdame; Herzensdame; Hetäre; Kurtisane; Alte; Frau; Frauenzimmer; Schachtel; Tante; Tussi; Weib; weiblicher Mensch

Wiktionary: Mätresse

Mätresse

noun

een vrouw die een relatie heeft met een getrouwde man
- maîtresse → Mätresse

Cross Translation:

From	To	Via
• Mätresse	→ minnares; buitenvrouw	↔ mistress — woman in extramarital relationship

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Mätresse (Nederlands) in het Duits

maîtresse:

maîtresse [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de maîtresse
die Geliebte; die Mätresse
- Geliebte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mätresse [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maîtresse:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geliebte	maîtresse	aanbidder; beminde; duifje; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefhebber; liefje; liefste; lieve; maatje; minnaar; minnaars; minnares; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vrijer; vrijers
Mätresse	maîtresse

Verwante woorden van "maîtresse":

maîtresses

Wiktionary: maîtresse

maîtresse

noun

een vrouw die een relatie heeft met een getrouwde man
- maîtresse → Mätresse