Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Lager:
- Wiktionary:
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- lager:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Lager (Duits) in het Nederlands
Lager:
-
Lager (Lagerplatz; Kamp)
-
Lager (Vorratskammer; Magazin; Speicher; Warenlager; Depot; Vorratslager; Speisekammer)
-
Lager (Lagerpaltz)
-
Lager (Magazin)
-
Lager
-
Lager
-
Lager (Warenhaus; Kaufhaus; Depot; Warenlager; Großhandelsgebäude; Magazin; Lagerraum; Geschäft; Deponie; Vorratslager; Speicher; Geschäfte; Sammelplatz; Niederlage; Lagerhaus; Lagerplatz)
het warenhuis; de depot; het pakhuis; de opslagruimte; de voorraadschuur; de opslagplaats; de bergplaats -
Lager (Pilsener; Pils; Hopfenblütetee; Bier)
-
Lager (Kamp; Lagerplatz)
de legerplaats -
Lager (Magazin; Lagerraum)
Vertaal Matrix voor Lager:
Synoniemen voor "Lager":
Wiktionary: Lager
Lager
Cross Translation:
noun
Lager
-
altertümlich: Schlafstatt; Stelle, die einer Person zum liegen bzw. Schlafen zugedacht ist
- Lager → lager
-
nur Plural 1: Maschinenelement, das ein schwingendes oder sich drehendes Element aufnimmt
- Lager → lager
-
Kurzform für ein Konzentrationslager, Inhaftierungslager oder Internierungslager
- Lager → kamp
-
nur Plural 1: Gesamtheit der Anhänger einer Weltanschauung
- Lager → kamp
-
nur Plural 1: Provisorische Unterkunft, insbesondere militärisch
- Lager → kamp
-
Raum oder Gebäude zur geordneten Unterbringung von Waren
- Lager → opslagruimte; depot; magazijn
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Lager | → lager | ↔ bearing — mechanical device |
• Lager | → slaapplaats; bed | ↔ bed — prepared spot to spend the night in |
• Lager | → bed; bedding; onderlaag; bodem | ↔ bed — flat surface or layer on which something else is to be placed |
• Lager | → ader; laag | ↔ bed — deposit of ore, coal etc. |
• Lager | → reserve; voorraad | ↔ stockpile — supply for future use |
• Lager | → magazijn | ↔ store — place where items may be kept |
• Lager | → pakhuis | ↔ warehouse — A place for storing large amounts of products |
• Lager | → bouwplaats | ↔ chantier — lieu où l’on ranger, où l’on entasse des piles de gros bois à brûler, de bois de charpente, ou de charronnage. |
Verwante vertalingen van Lager
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Lager (Nederlands) in het Duits
lager:
-
het lager (hazenleger; leger)
-
het lager
Vertaal Matrix voor lager:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Kamp | hazenleger; lager; leger | kamp; legerplaats; vakantiekamp |
Lager | hazenleger; lager; leger | berging; bergplaats; bewaarplaats; depot; legerplaats; licht bier; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; pils; provisiekamer; voorraad; voorraadkamer; voorraadmagazijn; voorraadplaats; voorraadschuur; warenhuis |
Lagerplatz | hazenleger; lager; leger | bergplaats; depot; legerplaats; locatie; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mechanische Lager | lager |