Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Geschlechtskrankheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschlechtskrankheit (Duits) in het Nederlands

Geschlechtskrankheit:

Geschlechtskrankheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Geschlechtskrankheit
    de geslachtsziekte

Vertaal Matrix voor Geschlechtskrankheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geslachtsziekte Geschlechtskrankheit

Wiktionary: Geschlechtskrankheit

Geschlechtskrankheit
noun
  1. een aandoening aan de geslachtsorganen, vaak een seksueel overdraagbare aandoening

Cross Translation:
FromToVia
Geschlechtskrankheit seksueel overdraagbare aandoening sexually transmitted disease — disease contracted through sexual contact