Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Apparatur:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Apparatur (Duits) in het Nederlands

Apparatur:

Apparatur [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Apparatur (Gerät; Apparat)
    de apparatuur
  2. die Apparatur (Apparat)
    het apparaat; de toestel
    • apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toestel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Apparatur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparaat Apparat; Apparatur Gerät
apparatuur Apparat; Apparatur; Gerät Arbeitsgerät
toestel Apparat; Apparatur

Synoniemen voor "Apparatur":