Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: vorhersagen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: vorhersagen

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vorhersagen:
  2. vorher sagen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor vorhersagen (Duits) in het Nederlands

vorhersagen:

vorhersagen werkwoord (vorhersage, vorhersagst, vorhersagt, vorhersagte, vorhersagtet, vorhersagt)

  1. vorhersagen (wahrsagen; voraussagen; prophezeien; weissagen)
    voorspellen; wichelen
    • voorspellen werkwoord (voorspel, voorspelt, voorspelde, voorspelden, voorspeld)
    • wichelen werkwoord (wichel, wichelt, wichelde, wichelden, gewicheld)
  2. vorhersagen (voraussagen; wahrsagen; vorbuchstabieren; )
    voortellen
    • voortellen werkwoord (tel voor, telt voor, telde voor, telden voor, voorgeteld)
  3. vorhersagen (einflüstern; raten; vorschlagen; )
    ingeven; influisteren; souffleren
    • ingeven werkwoord (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
    • influisteren werkwoord (fluister in, fluistert in, fluisterde in, fluisterden in, ingefluisterd)
    • souffleren werkwoord (souffleer, souffleert, souffleerde, souffleerden, gesouffleerd)

Conjugations for vorhersagen:

Präsens
  1. vorhersage
  2. vorhersagst
  3. vorhersagt
  4. vorhersagen
  5. vorhersagt
  6. vorhersagen
Imperfekt
  1. vorhersagte
  2. vorhersagtest
  3. vorhersagte
  4. vorhersagten
  5. vorhersagtet
  6. vorhersagten
Perfekt
  1. habe vorhersagt
  2. hast vorhersagt
  3. hat vorhersagt
  4. haben vorhersagt
  5. habt vorhersagt
  6. haben vorhersagt
1. Konjunktiv [1]
  1. vorhersage
  2. vorhersagest
  3. vorhersage
  4. vorhersagen
  5. vorhersaget
  6. vorhersagen
2. Konjunktiv
  1. vorhersagte
  2. vorhersagtest
  3. vorhersagte
  4. vorhersagten
  5. vorhersagtet
  6. vorhersagten
Futur 1
  1. werde vorhersagen
  2. wirst vorhersagen
  3. wird vorhersagen
  4. werden vorhersagen
  5. werdet vorhersagen
  6. werden vorhersagen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vorhersagen
  2. würdest vorhersagen
  3. würde vorhersagen
  4. würden vorhersagen
  5. würdet vorhersagen
  6. würden vorhersagen
Diverses
  1. vorhersag!
  2. vorhersagt!
  3. vorhersagen Sie!
  5. vorhersagt
  6. vorhersagend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vorhersagen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
influisteren anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
ingeven anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten anordnen; anregen; ausmachen; begeistern; bestimmen; diktieren; einflößen; einflüstern; eingeben; ermessen; geben; inspirieren; jemandem etwas verabreichen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; verabreichen; veranschlagen; verordnen; vorschlagen; vorschreiben; zuraten; überschlagen
souffleren anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
voorspellen prophezeien; voraussagen; vorhersagen; wahrsagen; weissagen
voortellen aufzählen; prophezeien; voraussagen; vorbuchstabieren; vorhersagen; wahrsagen; weissagen
wichelen prophezeien; voraussagen; vorhersagen; wahrsagen; weissagen

Synoniemen voor "vorhersagen":


Wiktionary: vorhersagen

vorhersagen
verb
  1. een uitspraak doen over toekomstige gebeurtenissen
Cross Translation:
FromToVia
• vorhersagen → voorspellen ↔ forecast — estimate future conditions
• vorhersagen → voorspellen ↔ predict — to state, or make something known in advance
• vorhersagen → doorzien; gissen; raden ↔ deviner — prédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.

vorher sagen:

vorher sagen werkwoord

  1. vorher sagen
    tevoren zeggen
    • tevoren zeggen werkwoord (zeg tevoren, zegt tevoren, zei tevoren, zeiden tevoren, tevoren gezegd)

Vertaal Matrix voor vorher sagen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tevoren zeggen vorher sagen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0525 seconde
Page rendered in 1.0 seconds