Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: saufen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: saufen

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. saufen:
  2. Saufen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor saufen (Duits) in het Nederlands

saufen:

saufen werkwoord (saufe, säufst, säuft, sofft, gesoffen)

  1. saufen (sich besaufen)
    drinken; zuipen; borrelen
    • drinken werkwoord (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
    • zuipen werkwoord (zuip, zuipt, zoop, zopen, gezopen)
    • borrelen werkwoord (borrel, borrelt, borrelde, borrelden, geborreld)
  2. saufen (Alhohol trinken; trinken)
    drinken; alcohol gebruiken
    • drinken werkwoord (drink, drinkt, dronk, dronken, gedronken)
    • alcohol gebruiken werkwoord (gebruik alcohol, gebruikt alcohol, gebruikte alcohol, gebruikten alcohol, alcohol gebruikt)
  3. saufen
    veel drinken
  4. saufen
    overmatig veel drinken
  5. saufen (trinken)
    zich laven; zijn dorst stillen; zich verkwikken

Conjugations for saufen:

Präsens
  1. saufe
  2. säufst
  3. säuft
  4. saufen
  5. sauft
  6. saufen
Imperfekt
  1. soff
  2. soffst
  3. sofft
  4. soffen
  5. sofft
  6. soffen
Perfekt
  1. habe gesoffen
  2. hast gesoffen
  3. hat gesoffen
  4. haben gesoffen
  5. habt gesoffen
  6. haben gesoffen
1. Konjunktiv [1]
  1. saufe
  2. saufest
  3. saufe
  4. saufen
  5. saufet
  6. saufen
2. Konjunktiv
  1. söffe
  2. söffest
  3. söffe
  4. söffen
  5. söffet
  6. söffen
Futur 1
  1. werde saufen
  2. wirst saufen
  3. wird saufen
  4. werden saufen
  5. werdet saufen
  6. werden saufen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde saufen
  2. würdest saufen
  3. würde saufen
  4. würden saufen
  5. würdet saufen
  6. würden saufen
Diverses
  1. sauf!
  2. sauft!
  3. saufen Sie!
  5. gesoffen
  6. saufend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor saufen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borrelen Brausen; Sprudeln; Stunde in der man Schnaps trinkt; Trinken; einen Schnaps zu sich nehmen
drinken Trinken
zuipen Saufen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alcohol gebruiken Alhohol trinken; saufen; trinken
borrelen saufen; sich besaufen Schnapstrinken; quellen; sprudeln
drinken Alhohol trinken; saufen; sich besaufen; trinken
overmatig veel drinken saufen
veel drinken saufen
zich laven saufen; trinken
zich verkwikken saufen; trinken
zijn dorst stillen saufen; trinken
zuipen saufen; sich besaufen

Synoniemen voor "saufen":


Wiktionary: saufen

saufen
verb
  1. zwaar of gulzig drinken
Cross Translation:
FromToVia
• saufen → drinken ↔ drink — consume alcoholic beverages

Saufen:

Saufen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Saufen
    het zuipen
    • zuipen [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Saufen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zuipen Saufen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zuipen saufen; sich besaufen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0453 seconde
Page rendered in 1.0 seconds