Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: erhöhen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: erhöhen

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Erhöhen:
  2. erhöhen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor erhöhen (Duits) in het Nederlands

Erhöhen:

Erhöhen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Erhöhen (Anhäufen)
    het verhogen; ophopen; opaarden
    • verhogen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ophopen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • opaarden [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erhöhen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opaarden Anhäufen; Erhöhen
ophopen Anhäufen; Erhöhen Aufstapeln; Stapeln
verhogen Anhäufen; Erhöhen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ophopen hineinfressen; hinunterschlucken; verbeißen
verhogen anhäufen; aufhöhen; aufschütten; erheben; erhöhen; heben; steigern

erhöhen:

erhöhen werkwoord (erhöhe, erhöhst, erhöht, erhöhte, erhöhtet, erhöht)

  1. erhöhen (steigern; aufhöhen; erheben)
    verhogen; hoger maken
    • verhogen werkwoord (verhoog, verhoogt, verhoogde, verhoogden, verhoogd)
    • hoger maken werkwoord
  2. erhöhen (aufhöhen; heben; anhäufen; aufschütten)
    verhogen; ophogen
    • verhogen werkwoord (verhoog, verhoogt, verhoogde, verhoogden, verhoogd)
    • ophogen werkwoord (hoog op, hoogt op, hoogde op, hoogden op, opgehoogd)
  3. erhöhen (erweitern; vergrößern; verbreiten; )
    vergroten; uitbreiden; vermeerderen; talrijker maken
    • vergroten werkwoord (vergroot, vergrootte, vergrootten, vergroot)
    • uitbreiden werkwoord (breid uit, breidt uit, breidde uit, breidden uit, uitgebreid)
    • vermeerderen werkwoord (vermeerder, vermeerdert, vermeerderde, vermeerderden, vermeerd)
    • talrijker maken werkwoord
  4. erhöhen
    ophogen
    • ophogen werkwoord (hoog op, hoogt op, hoogde op, hoogden op, opgehoogd)
  5. erhöhen (hochheben; heben; erheben; )
    heffen; omhoog doen
  6. erhöhen (Gehalt erhöhen)
    opslag geven
    • opslag geven werkwoord (geef opslag, geeft opslag, gaf opslag, gaven opslag, opslag gegeven)
  7. erhöhen (in die Höhe treiben; auftreiben; hochtreiben)
    opschroeven; veel doen stijgen; opdrijven
    • opschroeven werkwoord (schroef op, schroeft op, schroefde op, schroefden op, opgeschroefd)
    • veel doen stijgen werkwoord
    • opdrijven werkwoord (drijf op, drijft op, dreef op, dreven op, opgedreven)

Conjugations for erhöhen:

Präsens
  1. erhöhe
  2. erhöhst
  3. erhöht
  4. erhöhen
  5. erhöht
  6. erhöhen
Imperfekt
  1. erhöhte
  2. erhöhtest
  3. erhöhte
  4. erhöhten
  5. erhöhtet
  6. erhöhten
Perfekt
  1. habe erhöht
  2. hast erhöht
  3. hat erhöht
  4. haben erhöht
  5. habt erhöht
  6. haben erhöht
1. Konjunktiv [1]
  1. erhöhe
  2. erhöhest
  3. erhöhe
  4. erhöhen
  5. erhöhet
  6. erhöhen
2. Konjunktiv
  1. erhöhte
  2. erhöhtest
  3. erhöhte
  4. erhöhten
  5. erhöhtet
  6. erhöhten
Futur 1
  1. werde erhöhen
  2. wirst erhöhen
  3. wird erhöhen
  4. werden erhöhen
  5. werdet erhöhen
  6. werden erhöhen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde erhöhen
  2. würdest erhöhen
  3. würde erhöhen
  4. würden erhöhen
  5. würdet erhöhen
  6. würden erhöhen
Diverses
  1. erhöh!
  2. erhöht!
  3. erhöhen Sie!
  5. erhöht
  6. erhöhend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor erhöhen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verhogen Anhäufen; Erhöhen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heffen anheben; aufhöhen; aufstocken; erheben; erhöhen; heben; hinaufgehen; hinaufschrauben; hochheben; hochschrauben anheben; aufbringen; aufheben; aufholen; aufziehen; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen
hoger maken aufhöhen; erheben; erhöhen; steigern
omhoog doen anheben; aufhöhen; aufstocken; erheben; erhöhen; heben; hinaufgehen; hinaufschrauben; hochheben; hochschrauben
opdrijven auftreiben; erhöhen; hochtreiben; in die Höhe treiben anspornen; antreiben; aufhetzen; aufjagen; aufscheuchen; aufstacheln; auftreiben; aufwirbeln; hetzen; hochdrehen; hochtreiben; jagen; wegtreiben
ophogen anhäufen; aufhöhen; aufschütten; erhöhen; heben
opschroeven auftreiben; erhöhen; hochtreiben; in die Höhe treiben andicken; aufbauschen; aufblasen; übertreiben
opslag geven Gehalt erhöhen; erhöhen
talrijker maken aufhäufeln; aufhäufen; aufstocken; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; ergänzen; erhöhen; erweitern; steigern; verbreiten; vergrößern; vermehren; zunehmen
uitbreiden aufhäufeln; aufhäufen; aufstocken; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; ergänzen; erhöhen; erweitern; steigern; verbreiten; vergrößern; vermehren; zunehmen ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; erweitern; expandieren; vergrößern
veel doen stijgen auftreiben; erhöhen; hochtreiben; in die Höhe treiben
vergroten aufhäufeln; aufhäufen; aufstocken; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; ergänzen; erhöhen; erweitern; steigern; verbreiten; vergrößern; vermehren; zunehmen aufführen
verhogen anhäufen; aufhöhen; aufschütten; erheben; erhöhen; heben; steigern
vermeerderen aufhäufeln; aufhäufen; aufstocken; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; ergänzen; erhöhen; erweitern; steigern; verbreiten; vergrößern; vermehren; zunehmen anschwellen; ansteigen; aufstocken; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; erweitern; expandieren; steigern; vergrößern; vermehren; zunehmen

Synoniemen voor "erhöhen":


Wiktionary: erhöhen

erhöhen
verb
  1. hoger doen worden
Cross Translation:
FromToVia
• erhöhen → verhogen; vergroten; aanvullen ↔ augment — to increase, make larger or supplement
• erhöhen → vergroten; uitbreiden ↔ enhance — augment or make something greater
• erhöhen → toenemen ↔ increase — become larger
• erhöhen → omhoogdraaien; verhogen; opschroeven ↔ up — increase
• erhöhen → doen zwellen; oppompen; verhogen ↔ hausser — rendre plus haut, mettre dans une situation plus haute, élever.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van erhöhen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0508 seconde
Page rendered in 1.0 seconds