Duits

Uitgebreide vertaling voor ausmerzen (Duits) in het Nederlands

ausmerzen:

ausmerzen werkwoord

  1. ausmerzen (ausrotten; vertilgen)
    uitroeien; verdelgen
    • uitroeien werkwoord (roei uit, roeit uit, roeide uit, roeiden uit, uitgeroeid)
    • verdelgen werkwoord (verdelg, verdelgt, verdelgde, verdelgden, verdelgd)

Vertaal Matrix voor ausmerzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitroeien ausmerzen; ausrotten; vertilgen ausradieren; ausrotten; eliminieren; liquidieren
verdelgen ausmerzen; ausrotten; vertilgen

Synoniemen voor "ausmerzen":



Ausmerzen:


Synoniemen voor "Ausmerzen":

  • Erlegen überschüssiger Tierbestände; Reduktionsabschuss