Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Stau:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stau (Duits) in het Nederlands

Stau:

Stau [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stau (Kolonne; Reihe; Schlange; )
    de rij; de colonne; de file
    • rij [de ~] zelfstandig naamwoord
    • colonne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • file [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Stau (Verkehrsstauung; Stauung)
    de verkeersopstopping; de file; de opstopping; verkeersstremming
  3. der Stau (Verkehrsstauung)
    de verstopping; de opstopping

Vertaal Matrix voor Stau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colonne Kette; Kolonne; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung
file Kette; Kolonne; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung; Verkehrsstauung Aktenheft; Aktenordner; Dossier; Ordner; Register
opstopping Stau; Stauung; Verkehrsstauung
rij Kette; Kolonne; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Leine; Linie; Reihe; Reihenfolge; Schlange; Serie; Verkettung; Zeile
verkeersopstopping Stau; Stauung; Verkehrsstauung
verkeersstremming Stau; Stauung; Verkehrsstauung
verstopping Stau; Verkehrsstauung Konstipation; Verstopfung

Synoniemen voor "Stau":

  • Autoschlange; Blechlawine; Engpass; Rückstau; Stauung; Verkehrsstau; zähfließender Verkehr

Wiktionary: Stau


Cross Translation:
FromToVia
Stau opstopping jam — blockage, congestion
Stau opstopping; file traffic jam — situation in which all road traffic is stationary or very slow