Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Sport:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sport:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sport (Duits) in het Nederlands

Sport:

Sport [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sport (Stufen einer Leiter)
    de sport; trede van een ladder
  2. der Sport
    de sport
    • sport [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sport:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sport Sport; Stufen einer Leiter
trede van een ladder Sport; Stufen einer Leiter

Synoniemen voor "Sport":


Wiktionary: Sport

Sport
noun
  1. das intensive Trainieren des menschlichen Körpers mit dem Ziel, den Körper zu höherer Leistungsfähigkeit zu entwickeln
Sport
noun
  1. lichaamsbeweging

Cross Translation:
FromToVia
Sport sport sport — any athletic activity that uses physical skills

Verwante vertalingen van Sport



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Sport (Nederlands) in het Duits

sport:

sport [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de sport (trede van een ladder)
    der Sport; die Stufen einer Leiter
  2. de sport
    der Sport
    • Sport [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sport:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sport sport; trede van een ladder
Stufen einer Leiter sport; trede van een ladder

Verwante woorden van "sport":

  • sporten

Verwante definities voor "sport":

  1. activiteit waarbij je je lichamelijk inspant1
    • zij doet niets aan sport1

Wiktionary: sport

sport
noun
  1. lichaamsbeweging
  2. trede van een ladder
  3. stoelspaak
sport
noun
  1. das intensive Trainieren des menschlichen Körpers mit dem Ziel, den Körper zu höherer Leistungsfähigkeit zu entwickeln

Cross Translation:
FromToVia
sport Sprosse rung — ladder step
sport Sport sport — any athletic activity that uses physical skills
sport Sprosse stave — bar

Verwante vertalingen van Sport